AMSTERDAM -
Voor de zevende keer werden de sporters die het slachtoffer zijn geworden tijdens de Tweede Wereldoorlog vanwege hun achtergrond, ras, geloof of andere redenen, herdacht op deze Nationale Dodenherdenking.
Voor het historische Olympisch Stadion in Amsterdam waren er drie speeches, waarna vijf kransen in de Olympische kleuren werden geplaatst bij het beeld van Prometheus, het symbool van vrijheid, kennis en onafhankelijkheid.
De herdenking, die jaarlijks meer en meer bezoekers trekt, werd bijgewoond door een aantal prominenten uit de sportwereld, waaronder Frits Barend, Barbara Barend, Humberto Tan, Minke Booij en Maarten Stekelenburg.
Het thema voor de herdenking voor dit jaar was 'hockey in de oorlogsjaren'.
Voor de herdenking sprak sportjournalist en talkshow-host Frits Barend met hockey-spelers, die zelf actief waren in de oorlogsjaren en werden historische beelden vertoond.
André Bolhuis, die vorig jaar Erica Terpstra opvolgde als voorzitter van het Nederlands Olympisch Comité (NOC*NSF), gaf één van de speeches, de anderen werden gehouden door Eric van der Burg (Wethouder Sport van Amsterdam) en Paul Slettenhaar (Voorzitter van het Stadsdeel Amsterdam-Zuid).
,,Herinneren is zo ontzettend belangrijk'', stelde André Bolhuis in zijn speech. ,,Herinneren is de beste manier om niet te vergeten.''
Na twee minuten stilte volgde het Nederlands Volkslied, waarna de ceremonie ten einde kwam.
Hierna werd in het stadion een hockeywedstrijd gespeeld tussen twee jeugdteams, gevolgd door een voetbalwedstrijd, waarin bekendheden uit de sport, media, politiek en cultuur samenspeelden met Amsterdamse jongeren.
Precies 65 jaar geleden werd op dezelfde locatie de allereerste Nationale Herdenking gehouden in aanwezigheid van Prinses Juliana en Prins Bernhard onder de 55.000 toeschouwers, die de ceremonie toen bijwoonden.