(Tekst: Marco Stoovelaar; Foto's: Marco Stoovelaar en archieffoto's)
IN MEMORIAM
...Boudewijn Maat... (1943 - 2023) (© Foto: Marco Stoovelaar) |
Voormalig speler/coach Boudewijn Maat, iconisch eerste honkman Nicols en Nederlands Team, overleden
English
HOOFDDORP -
Boudewijn Maat, die vele seizoenen de iconische, powerhittting eerste honkman was van Haarlem Nicols, maar ook het Nederlands Honkbal Team, is op zondag 11 juni overleden.
Drie weken eerder was Boudewijn Maat 80 jaar geworden.
Boudewijn Nicolaas Maat werd geboren op 20 mei 1943 in Haarlem.
Het was in deze stad waar hij begon te honkballen en zijn hele loopbaan speelde zich uiteindelijk af bij Haarlemse verenigingen.
In 19 seizoenen speelde Maat in het eerste team van een vereniging, zeventien van die seizoenen in de hoogste afdeling, waarin hij een populaire speler werd.
In vijftien van deze seizoenen was Maat de solide eerste honkman en powerhitter van Haarlem Nicols, dat de meest succesvolle Nederlandse honkbalploeg was vanaf de jaren zestig tot in de jaren tachtig.
Nicols veroverde twaalf keer de Nederlandse kampioenstitel, de eerste in 1965, de laatste in 1989.
In 1982-1985 pakte Nicols de titel in vier opeenvolgende seizoenen.
In 1966 was Haarlem Nicols de eerste Nederlandse ploeg die de Europa Cup won en dat lukte daarna nog eens drie keer (1974, 1975, 1990).
Maat, bijgenaamd 'Boudie', speelde in zes Kampioensteams en kwam ook voor Nicols uit toen het de eerste drie Europese Bekers veroverde.
In het begin van de jaren vijftig gingen Boudewijn Maat en zijn oudste broer Harry honkballen bij het Haarlemse HHC.
Het verblijf daar was van korte duur, want de twee verhuisden naar HCK (Kinheim).
De hele familie Maat verhuisde, want Boudewijn's andere broers Robert, Boy en Peter meldden zich ook bij deze vereniging.
Het was Harry die zijn broers stimuleerde om te gaan honkballen.
Hun vader raakte ook nauw betrokken bij HCK en later ook bij Haarlem Nicols.
De links slaande en gooiende Boudewijn Maat werd een zeer betrouwbare eerste honkman.
Naast dat hij een uitstekende verdedigende speler was, werd hij ook een solide en slagvaardige slagman.
Zijn broer Robert werd eveneens een langdurige speler van zowel Nicols als het Nederlands Team.
In 1960, op 16-jarige leeftijd, maakte Maat zijn debuut in de hoofdmacht van HCK, dat toen uitkwam in de Eerste Klasse, de tweede hoogste afdeling.
Zijn kwaliteiten vielen al snel op, want later dat jaar werd hij uitgenodigd deel te nemen aan de trainingen van het Nederlands Honkbal Team, onder leiding van Ron Fraser, die eerder dat jaar de eerste Amerikaanse bondscoach van de Nationale Ploeg was geworden.
In 1960 werd Maat nog niet geselecteerd voor de ploeg, maar dat gebeurde een jaar later wel toen hij eveneens voor HCK speelde in de Eerste Klasse.
In 1961 werd Maat geselecteerd voor het Nederlands Team voor de eerste editie van de Haarlemse Honkbal Week.
Al op jonge leeftijd toonde Maat dat hij ambitieus was en wilde opklimmen.
Tijdens het seizoen 1961 liet hij al weten dat hij het best mogelijke honkbal wilde spelen en zodoende verhuisde hij na afloop van het seizoen naar Hoofdklasser Schoten, dat landskampioen was geworden.
In 1962 beleefde Maat een memorabel debuut in de Hoofdklasse.
En dat was het begin van een lange, productieve en indrukwekkende loopbaan.
Vanwege zijn lengte (hij was rond de 1.86 meter) was Boudewijn Maat een imponerende verschijning, zowel als eerste honkman als in het slagperk.
In deze beginjaren zestig was hij ook een succesvol basketballer.
Hij speelde voor het Haarlemse Flamingo's waar hij teamgenoot was van Ruud Zijlstra, Jules de Pierre, Martin Jole en Fred Ausma.
Ook zij honkbalden en een aantal van hen werd later Maat's teamgenoot.
Op 7 mei 1960, dertien dagen voor zijn 17e verjaardag speelde Boudewijn Maat in zijn eerste wedstrijd in de hoofdmacht van HCK, dat op deze dag het Eerste Klasse-seizoen opende tegen de gerenommeerde ploeg van Ajax uit Amsterdam.
HCK verraste door een 6-1 voorsprong te nemen en het was Maat die daaraan bijdroeg met een homerun, net zoals Henk Biesbrouck.
Ajax won uiteindelijk met 9-8, maar Maat had al op jonge leeftijd zijn visitekaartje afgegeven.
...Boudewijn Maat op Schiphol Airport... ...na terugkeer uit Florida (USA) in 1963... (© Foto: ANP Foto/André van den Heuvel) |
In 1962 maakte Boudewijn Maat zijn debuut in de Hoofdklasse bij Schoten.
In deze (vroege) honkbalseizoenen werden wedstrijden aanvankelijk alleen gespeeld op zaterdag.
Maar in het seizoen 1962 kwam de Bond met een experiment.
Om tot meer competitiewedstrijden te komen werden double-headers geïntroduceerd.
Alle teams zouden een aantal double-headers gaan spelen in het seizoen dat toen meestal eind april of begin mei van start ging en ergens eind augustus of begin september werd afgesloten.
Dat had te maken met het feit dat veel spelers toen ook voetbalden in de wintermaanden tijdens het off-season.
Op zaterdag 28 april 1962 opende titelverdediger Schoten het seizoen op eigen veld met een double-header tegen Sparta, dat in die jaren de meest succesvolle en sterkste ploeg uit Rotterdam was.
De wedstrijden werden gespeeld op het complex aan het Badmintonpad, dat toen niet alleen de thuishaven was van HCK, maar ook van Schoten.
En doordat dit een jaar eerder ook de locatie was van de eerste Haarlemse Honkbal Week, werd dit het Haarlemse honkbalstadion genoemd, ook omdat het veld was omringd met tribunes achter zowel het eerste als het derde honk en uiteraard achter de thuisplaat.
Het werd een lange dag op het veld, want het duurde ruim zes uur om de twee wedstrijden te spelen.
Na afloop gingen er dan ook onmiddellijk weer stemmen op dat het spelen van een double-header geen succes was en dat de opzet van de competitie maar weer moest worden aangepast.
In de eerste wedstrijd was de stand na negen innings 15-15 en won Schoten uiteindelijk met 19-18 in tien innings in een wedstrijd die bijna 3½ uur duurde!
Boudewijn Maat maakte zijn Hoofdklasse-debuut en sloeg gelijk twee homeruns in zijn eerste wedstrijd.
Jan Kleijn homerde ook voor Schoten, net als de debuterende Sparta-speler José Faneyte.
In de 1e10 nam Sparta een 18-15 voorsprong, maar Schoten kwam daarna tot een rally van vier punten na een paar fouten met twee uit om te winnen.
In het tweede duel won Sparta met 7-6.
In die seizoenen beschikten de teams over twee (soms drie) werpers, die niet alleen het leeuwendeel van de wedstrijden gooiden, maar vaak ook complete wedstrijden op de heuvel stonden.
Echter, Schoten's reguliere werper Ruud Zijlstra was in militaire dienst en was zodoende niet elk weekeinde beschikaar om te spelen.
Schoten's tweede werper was Johan Munsterman.
Maar half mei waren Zijlstra en Munsterman beiden niet inzetbaar.
En zo begon Schoten's legendarische speler/coach Henk Keulemans met Boudewijn Maat als zijn werper tegen VVGA.
Ook bij HCK was Maat in een aantal wedstrijden al ingezet als werper.
In zijn heuveldebuut kwam Maat tot acht strikeouts, maar Schoten verloor het duel met 2-1, dankzij een honkslag van Hugo Walker, die later een bekende TV-persoonlijkheid zou worden als commentator van honkbal en voetbal.
Hoewel hij pas 18 jaar was werd Boudewijn Maat de vaste eerste honkman van Schoten als de vervanger van de ervaren Simon Heemskerk, die was verhuisd naar EHS.
1962 werd een memorabel seizoen voor Maat, die onmiddellijk een naam voor zichzelf opbouwde.
In zijn rookie-seizoen voerde hij de Hoofdklasse niet alleen aan in slaggemiddelde (.451), maar ook in meeste honkslagen (37), homeruns (6) en binnengeslagen punten (22).
Hierdoor werd hij niet alleen de eerste speler die de zogenoemde Triple Crown won, hij werd ook gekozen tot Meest Waardevolle Speler.
Zijn slaggemiddelde van .451 en 37 honkslagen waren ook nog eens Hoofdklasse-records.
Zijn gemiddelde was veruit het hoogste en het toeval wil dat Simon Heemskerk, zijn voorganger op het eerste honk, de tweede beste slagman was met een .333 gemiddelde.
Dankzij zijn indrukwekkende eerste seizoen, maar ook zijn talent in het algemeen, was de 19-jarige Boudewijn Maat één van de vijf talentvolle sporters die in 1963 via het Leo van de Kar Fonds de kans kregen hun kwaliteiten te verbeteren en meer ervaring op te doen tijdens trainingskampen in het buitenland.
Dit Fonds selecteerde vele jaren achter elkaar atleten in samenspraak met verschillende sportbonden.
In 1963 was Maat één van de geselecteerde sporters, samen met twee schermers en twee schoonspringers.
Vanaf 18 maart trainde Boudewijn drie weken lang op het Spring Training-complex van Major League-club Los Angeles Dodgers in Vero Beach, Florida (USA).
Eén van zijn instructeurs daar was de legendarische Duke Snider.
...Het allereerste team van Haarlem Nicols in 1964... ...Boudewijn Maat zit tweede van rechts... ...Manager Gé Hoogenbos staat helemaal rechts... |
Op 17 juli 1963 werd de allereerste avondwedstrijd onder kunstlicht gespeeld in het nieuwe Pim Mulier Stadion, dat kort voor het seizoen gereed was gekomen en twee weken eerder het decor was geweest van de tweede Haarlemse Honkbal Week.
Het stadion is nog altijd de locatie van het tweejaarlijkse toernooi, dat in 2024 weer op de agenda staat.
In de eerste wedstrijd onder kunstlicht zestig jaar geleden speelde Schoten een uitwedstrijd tegen EHS.
Ruim 2.000 toeschouwers woonden de wedstrijd bij en zij zagen een werpersduel tussen EHS-troef Herman Beidschat en Boudewijn Maat.
De wedstrijd duurde twaalf innings en eindigde met een 4-4 stand.
Beide werpers gooiden het hele duel.
Beidschat, die ook een vooraanstaande werper in de Nationale Ploeg was, kwam tot dertien keer drie slag en stond tien honkslagen toe.
Maat gooide elfmaal drie slag en stond zes honkslagen toe.
Schoten's Teun de Groot sloeg bijna for-the-cycle, maar miste de één-honkslag!
Met een 2-run homerun zette De Groot Schoten op een 4-3 voorsprong, maar Beidschat homerde ook om er een 4-4 stand van te maken.
Onder Boudewijn Maat's teamgenoten bij Schoten waren de al genoemde Ruud Zijlstra, Johan Munsterman, Jan Kleijn, Henk Keulemans en Teun de Groot, maar ook veteraan-catcher Joop Geurts, Herman van der Brugge, Hil van Maren, Frans Klooster, Fred Ausma en Ton Pols.
In 1963 voerde Maat de Hoofdklasse wederom aan in honkslagen (28).
Met een gemiddelde van .322 was hij bijna opnieuw de beste slagman, maar Hamilton Richardson (Sparta) eindigde met een .324 gemiddelde.
Na afloop van het seizoen 1963 besloten Boudewijn Maat en catcher Fred Ausma Schoten te verruilen voor EHS.
Echter, zij zouden nooit voor EHS spelen, want in december 1963 was er een grote ontwikkeling.
Gé Hoogenbos, die zelf speler was geweest in de Hoofdklasse en het Nationale Team, was de Hoofd Coach van EHS en had een innovatief plan bedacht.
In de voorbije paar seizoenen had Hoogenbos de toeschouwersaantallen zien zakken bij de thuiswedstrijden van de Haarlemse clubs.
EHS, EDO, Schoten, HCK, SC Haarlem en HHC speelden toen allemaal in de twee hoogste afdelingen.
Hoogenbos stelde dat er teveel clubs waren in Haarlem en om tot een verbetering te komen van de speelkwaliteiten en om meer toeschouwers te trekken, stelde hij voor om te komen tot een concentratie van een groep goede spelers die in één team zouden spelen.
Hij besprak zijn plannen met de Haarlemse clubs in de hoop ze samen te brengen en één team te vormen.
Maar na verschillende maanden besloten alleen EHS en EDO te gaan fuseren.
De nieuwe club werd Haarlem Nicols, met een eerste team in de Hoofdklasse, een tweede team met wat oudere spelers en twee jeugdteams.
Maar Hoogenbos wilde meer.
Hij keek naar het Major League/Minor League-systeem in Amerika en zo werd een tweede club opgericht.
Dit team, Spaarne Pioniers, zou uitkomen in de Tweede Klasse met jonge en talentvolle spelers, die gerechtigd waren op te klimmen naar het Nicols-team.
Het Bondsbestuur ging akkoord met de samenwerking tussen EHS en EDO.
Echter, tijdens de Algemene Vergadering werd het plan van een schaduwteam in een lagere afdeling afgewezen.
En zo werd Spaarne Pioniers gelijk weer ontbonden.
Uiteindelijk begon Haarlem Nicols het seizoen 1964 met vier seniorenteams en zes jeugdteams.
De vader van Boudewijn Maat maakte deel uit van een driemanschap dat leiding gaf aan de nieuwe club.
Naast Boudewijn Maat zijn de andere spelers van Haarlem Nicols in het eerste seizoen Fred Ausma, Herman Beidschat, Simon Heemskerk, Roel Hopman, Leo Kops, Jan Molleman, Ton ter Neuzen, Piet de Nieuwe, Gé Oosterbaan, Jules de Pierre, Ben Tromp en Dolf de Zwart.
Allemaal ervaren spelers en veel van hen international.
Zodoende werd Haarlem Nicols onmiddellijk bestempeld als sterrenteam en werd gelijk favoriet vvoor de titel, niet alleen voor 1964, maar ook voor de erna volgende jaren.
...Boudewijn als 1e honkman van Haarlem Nicols in 1965... (© Onbekende fotograaf/Nationaal Archief) |
Haarlem Nicols trok inderdaad meer toeschouwers, maar had een minder overtuigende start van het seizoen 1964.
In de opener tegen OVVO in Amsterdam wint Nicols met slechts 5-2.
Nicols staat aanvankelijk met 2-0 achter, maar komt langszij als Simon Heemskerk homert met Maat op het honk.
In de negende inning scoort Nicols nog eens drie punten.
Een week later, in de eerste thuiswedstrijd, kan Nicols geen afstand nemen tegen Ajax en na acht innings is de stand 4-4.
In de 2e9 gooit OVVO-pitcher Herre Kok vier wijd op lead-off hitter Boudewijn Maat en krijgt daarna een tweehonkslag tegen van Simon Heemskerk.
Met het eerste honk open krijgt Ben Tromp opzettelijk vier wijd, maar Fred Ausma volgt met een walk-off single en Nicols wint met 5-4.
Haarlem Nicols eindigt in 1964 op de tweede plaats achter Sparta, maar de eerste Kampioenstitel volgt daarna in 1965.
In dat seizoen speelt tweede honkman Robert Maat, Boudewijn's broer, ook voor Nicols.
Tot en met 1964 had Robert gespeeld voor HCK.
Net als Boudewijn wordt ook Robert vanaf dit jaar een basisspeler in de Nationale Ploeg.
In het seizoen 1965 zijn Nicols en Sparta de twee favorieten voor de titel.
Tegen het einde van het seizoen is Nicols koploper, maar Sparta moet nog twee wedstrijden inhalen en kan langszij komen om zo een beslissingswedstrijd af te dwingen.
Echter, in de laatste wedstrijd lukt het Sparta niet tot winst te komen tegen Schoten en dat duel eindigt met een 5-5 stand na twaalf innings.
Daarmee verovert Nicols de titel met een voorsprong van één punt op Sparta.
Als landskampioen neemt Haarlem Nicols in 1966 voor het eerst deel aan het toernooi om de Europa Cup.
Destijds was er een Noordelijke Poule en een Zuidelijke Poule.
Op eigen veld in mei wint Nicols de Noordelijke Poule en plaatst zich voor de Finale.
In de eigen Poule verslaat Nicols Mannheim Tornados (West-Duitsland) en Luchtbal (België) met uitslagen van 8-1 en 11-3.
Op 3 september ontmoet Nicols het Italiaanse Europhon Milano in de Finale, die eveneens in Haarlem wordt gespeeld.
Het Nicols-team speelt een sterke wedstrijd en wint met 10-4 om als eerste Nederlandse club de Europa Cup te winnen.
Ton ter Neuzen is de winnende werper en slaat ook één van de vier door Nicols geslagen homeruns.
Herman Beidschat en de Maat-broers tekenen voor de anderen.
Na de wedstrijd wordt een beker uitgereikt aan aanvoerder Leo Kops door Wout Posthuma, voorzitter van de Nederlandse Bond, maar ook vice-voorzitter van de Europese Bond.
Echter, dat is niet de echte Europese Beker, want die is op dat moment nog altijd in Italië bij Nettuno, dat de Cup in het voorgaande jaar had gewonnen.
Prins Steno de Borghese, de voorzitter van Nettuno, maar ook de voorzitter van de Europese Bond, had gezegd dat hij in Haarlem zou zijn om de Cup persoonlijk uit te reiken, maar hij reisde niet af naar Nederland.
In plaats daarvan reikte Postuma een 'inval-beker(tje)' uit die uit de persoonlijke collectie kwam van Boudewijn Maat.
Na de uitreiking werd de trofee weer teruggegeven aan Maat.
De officiële Beker werd uiteindelijk vijf jaar later alsnog uitgereikt aan Nicols.
...Haarlem Nicols wordt gehuldigd in Haarlem voor... ...het winnen van de Kampioenstitel in 1965... ...Boudewijn Maat loopt in het midden... (Onbekende fotograaf) |
Haarlem Nicols opent het seizoen 1967 met een verrassende 3-0 nederlaag tegen Storks, dat debuteert in de hoogste afdeling.
Op eigen veld in het Pim Mulier Stadion komt Nicols niet verder dan slechts vier honkslagen op pitcher Ron Renooy.
Storks scoort het eerste punt in de eerste inning en voegt het tweede punt toe in de zesde slagbeurt.
De Haagse ploeg scoort opnieuw in de achtste inning als korte stop (!) Herman Beidschat twee fouten maakt.
Tot en met 1966 was Beidschat de heuveltroef van de ploeg.
Maar in het seizoen 1967 gooit de rechtshander in relief voor starters Ton ter Neuzen en Jan Dick Leurs.
Nicols slaat twee van de vier honkslagen in de negende inning.
Piet de Nieuwe en Boudewijn Maat beginnen de slagbeurt met honkslagen, maar een gedwongen nul en een dubbelspel eindigen de wedstrijd.
Overigens speelt Harry van der Vaart, neef van Boudewijn en Robert, dit seizoen voor het eerst ook voor Nicols.
Haarlem Nicols, voor het tweede seizoen spelend onder leiding van Ben Tromp, verovert de tweede Kampioenstitel in 1968 en eindigt weer op Sparta, dat wordt onttroond.
Nicols stelt de titel veilig via een 9-0 shutout-winst tegen HCK.
Nicols opent de score in de eerste inning met een 3-run homerun van Herman Beidschat.
Robert Maat homert tweemaal en doet het beter dan zijn broer, die niet productief is in dit duel.
Echter, Boudewijn (die dit seizoen aanvoerder werd van de ploeg) staat wel op het honk als Robert zijn tweede homerun slaat in de achtste slagbeurt.
Boudewijn Maat, die in zijn loopbaan verschillende multi-homerun wedstrijden heeft, blijft tot en net 1978 voor Haarlem Nicols spelen.
In 1970 viert hij zijn derde Kampioenstitel met de ploeg, ook nu weer onder leiding van Ben Tromp, die wordt geassisteerd door oud-speler Leo Kops, die in 1971 de nieuwe Hoofd Coach wordt.
Maat is de tweede Beste Slagman in de Hoofdklasse-competitie met een .400 slaggemiddelde.
Na de competitie te hebben aangevoerd in honkslagen in 1962 en 1963 doet hij dat opnieuw in 1967 (29) en 1971 (41).
Ook in 1971 is Maat weer de tweede Beste Slagman (.387) achter Wim Crouwel (.416) en is hij de tweede Meest Waardevolle Speler achter Fred Beckers.
In de jaren zeventig blijft Maat een succesvolle speler voor Haarlem Nicols.
De ploeg wint weer een Europa Cup (1975) en verovert ook nog eens vier Kampioenstitels (1970, 1975, 1976, 1977).
In 1976 wordt Maat voor de tweede keer in zijn loopbaan gekozen tot Meest Waardevolle Speler.
Hoewel hij nog altijd een solide verdedigende speler is, is Maat in zijn laatste seizoen (1978) niet langer de vaste eerste honkman.
In plaats daarvan wordt hij ook ingezet in de nieuw geïntroduceerde positie van designated hitter.
Na het seizoen 1978 neemt de 35-jarige Maat, die werkzaam is als leraar lichamelijke opvoeding (hij wordt later directeur van een scholengemeenschap in Hoofddorp), afscheid als actief speler.
Hij licht zijn besluit toe door te stellen dat hij wil stoppen op een moment dat hij nog altijd één van de betere spelers is.
,,Ik ben niet het type dat steeds een stapje lager gaat spelen'', stelt hij aan het einde van het seizoen in een artikel in Het Parool.
In 17 Hoofdklasse-seizoenen speelt Boudewijn Maat in 398 wedstrijden.
In zijn lange en indrukwekkende loopbaan slaat Maat tweemaal in hetzelfde seizoen drie homeruns in één wedstrijd.
...Haarlem Nicols nadat het als eerste Nederlandse club... ...de Europa Cup heeft gewonnen in 1966... ...Boudewijn Maat staat derde van links... ...In het midden staat Leo Kops met de 'inval-Cup'... (Onbekende fotograaf) |
Onder zijn teamgenoten in zijn vijftien seizoenen bij Haarlem Nicols (1964-1978) zijn Fred Ausma, Nol Beenders, Herman Beidschat, Arnoud Blom, Frank Bos, John Busch, Ferry de Clercq, Karel Crouwel, Jersey van Doornspeek, Bob Estavillo, Ron Giroldi, Simon Heemskerk, Gary Holland, Roel Hopman, Jan Hijzelendoorn, Ton de Jager, Fokke Jelsma, Henny Jenken, Wade Jensen, Johnny Jonkers, Bill Kelly, Huub Kohl, Leo Kops, Cees Kuijer, Hugo Kuijer, Hans Lemmink, Jan Dick Leurs, Robert Maat, Jan van Markus, Jan Molleman, Douglas Morton, Leo Naaktgeboren, Ton ter Neuzen, Piet de Nieuwe, Gé Oosterbaan, Joop Peeters, Jules de Pierre, Ricky Placidus, Dassy Rasmijn, Frank van Rest, Harm Schildmeijer, Joop Schuitemaker, Steef van der Sluis, Darryl Southwick, Steve Steitz, Ben Tromp, Harry van der Vaart, Ron Vader, Bouke Vakkers, Thijs Vervaat, Henk Vissers, Ron van Wilpen en Dolf de Zwart.
In april 1961 wordt Boudewijn Maat, die op dat moment speelt voor Eerste Klasser HCK, uitgenodigd voor de centrale trainingen van het Nederlands Honkbal Team.
Later dat jaar reist Oranje af naar de USA voor een reeks oefenwedstrijden.
Boudewijn maakt geen deel uit van die groep, maar op 18-jarige leeftijd wordt hij wel geselecteerd als één van de spelers voor de ploeg die deelneemt aan de allereerste Haarlemse Honkbal Week, die volgt na de Amerika-trip.
Het toeval wil dat het evenement wordt gehouden op het thuisveld van Maat's club HCK.
Enige jaren terug vertelde Maat tegen de auteur van dit In Memoriam dat hij aanvankelijk tijdens het toernooi één van de bedieners zou zijn van het met de hand bij te houden scorebord en nooit had verwacht in plaats daarvan één van de spelers zou zijn.
Tijdens de eerste Honkbal Week speelde Nederland tegen clubteams, die waren samengesteld uit personeel van de Amerikaanse Luchtmacht, dat was gelegerd in West-Duitsland, Frankrijk en Engeland.
Een paar weken na afloop van het toernooi speelt het Nederlands Team een interlandwedstrijd tegen België.
In dat duel maakt Boudewijn zijn interland-debuut en zorgt hij voor het enige punt.
De ploeg, onder leiding van de Amerikaanse Hoofd Coach Ron Fraser, scoort het punt in de zesde inning.
Jan Bruning slaat dan een honkslag, steelt het tweede honk en schuift op naar het derde honk op een grounder van Roel Hopman.
Even later scoort Bruning na een honkslag van Boudewijn Maat.
Rob Hoffmann is de winnende werper en gooit negenmaal drie slag.
Een lange loopbaan volgt hierna in het Nederlands Team.
In 1962 wordt Maat al min-of-meer een basisspeler en speelt naast veteranen en gerenommeerde spelers als Simon Arrindell, Herman Beidschat, Simon Heemskerk, Henk Keulemans, Ruben Leysner, Hennie Regeling, Hamilton Richardson, Jan Smidt en Han Urbanus.
Maat toont zijn kwaliteiten, is een betrouwbare verdedigende speler en volgt Regeling op als eerste honkman.
Tijdens het Europees Kampioenschap in 1964 in Italië is Maat de eerste honkman als Nederland tot een 10-0 shutout komt tegen Spanje.
Dit duel is één van de hoogtepunten in het Nederlandse internationale honkbal, want werpers Rob Hoffmann (vier innings) en Herman Beidschat (vijf) gooien een combined Perfect Game!
Maat speelt verdedigend een sterke wedstrijd op het eerste honk, terwijl midvelder Hamilton Richardson en rechtsvelder Hudson John schitterende running catches maken.
Derde honkman Simon Arrindell maakt met een sterke aangooi een einde aan de wedstrijd.
Aanvallend draagt Maat bij met vier honkslagen, waaronder een tweehonkslag en driehonkslag.
In de tweede inning scoort Maat het eerste punt na een honkslag van linksvelder Ruben Leysner.
In de derde inning levert catcher Wim Crouwel een 2-run double af en scoort daarna zelf na een driehonkslag van Maat.
For-the-record, de andere spelers in deze historische wedstrijd zijn Han Urbanus (2B), Dolf de Zwart (3B), Leo Kops (SS), Ben Tromp (RF) en Peter van 't Klooster (SS).
Na afloop van dit EK wordt Maat gekozen tot Beste Eerste Honkman van het toernooi, en ook de Beste All-Round Player (MVP).
...Boudewijn met Ruud Zijlstra bij de... ...reünie van oud-internationals tijdens... ...de Haarlemse Honkbal Week 2010... ...Op de voorgrond Wim van Dusschoten,... ...Robert Maat en Simon Heemskerk... (© Foto: Marco Stoovelaar) |
Na zijn debuut in het Nederlands Team in 1961 speelt Maat jaarlijks in de Oranje-ploeg tot en met 1971.
In die periode neemt hij deel aan vijf Europese Kampioenschappen, die allemaal worden gewonnen door Nederland.
Hij speelt ook in zes Haarlemse Honkbal Weken (Beste Nederlandse Slagman in 1963, Nederlandse MVP in 1971) en in 1970 maakt Maat deel uit van de ploeg die deelneemt aan het Wereldkampioenschap in Colombia.
Hoewel Boudewijn Maat op dit moment in zijn loopbaan inmiddels een ervaren speler is in zowel de Hoofdklasse als het Nederlands Team, geeft hij toe dat hij nog altijd nerveus is als hij het veld op gaat.
In een interview in De Waarheid in 1969, kort voor aanvang van de Haarlemse Honkbal Week, zegt Maat:
,,Vooral de dag voorafgaande aan de openingswedstrijden ben je hypernerveus.
Je leeft helemaal naar die wedstrijdenreeks toe.
Je denkt nergens anders meer aan.
Ook bij competitiewedstridjn ben ik zenuwachtig.
De ene keer wat meer dan de andere, bijvoorbeeld tegen mijn oude club HCK.''
Na afloop van het Wereldkampioenschap van 1970 in Colombia komen er kritische geluiden van een aantal Oranje-spelers richting Hoofd Coach Charles Urbanus, Sr. en aantal van hen bedankt voor de ploeg.
Urbanus staat in 1971 op non-actief als Hoofd Coach van de Nationale Ploeg.
Maat heeft ook kritiek, maar stelt wel dat Urbanus heel veel honkbal-kennis heeft en dat hij als coach zou kunnen doorgaan als er een aantal veranderingen zouden plaatsvinden.
Maat heeft meer kritiek richting de technische leiders van de Nederlandse Bond, die worden verweten dat ze niet luisteren naar de spelers of adviezen vanuit de spelersgroep.
Als gevolg daarvan stopt Maat na het seizoen 1971 als aanvoerder van Oranje en bedankt voor de Nationale Ploeg.
Tijdens de Honkbal Week van 1972 wordt catcher Wim Crouwel de nieuwe eerste honkman, terwijl de 37-jarige voormalige eerste honkman Simon Heemskerk zijn rentree maakt in de ploeg.
Maat keert in 1973 terug in de Nationale Ploeg.
In dat jaar verovert het Nederlands Team opnieuw de titel tijdens het Europees Kampioenschap.
Na afloop nemen Boudewijn en catcher Wim Crouwel afscheid als international.
Beiden krijgen het Bondsonderscheidingsteken van de Bond.
Beiden waren basisspelers in de ploeg sinds 1962.
Echter, beiden zeggen op dat moment ook dat ze bereid terug te komen als daar behoefte aan is, want ze blijven wel gewoon actief spelen voor hun respectievelijke clubteam.
En zo gaat het ook.
In 1975 en 1976 blijft Boudewijn een dominerende slagman in de competitie en zo maakt hij in 1977 en 1978 toch weer een comeback in Oranje.
In 1977 neemt het Nederlands Team deel aan het Europees Kampioenschap in Haarlem en moet dit keer genoegen nemen met een tweede plaats.
Ook in 1977 speelt Nederland een demonstratiewedstrijde tegen de American All Stars, samengesteld uit Amerikaanse spelers uit de Nederlandse competities.
Gastspeler in het Nederlands Team is Major League Homerun King Hank Aaron, die een bezoek brengt aan Nederland.
In 1978 neemt Maat deel aan zijn zevende Haarlemse Honkbal Week, maar ook aan het Wereldkampioenschap in Italië.
Tijdens het evenement in Italië toont Maat aan dat hij nog altijd één van de beste slagmensen is, want hij slaat bijvoorbeeld vier honkslagen in een 6-5 overwinning tegen Mexico.
Maar Maat stopt definitief na het seizoen 1978.
Wanneer Boudewijn Maat stopt heeft hij gespeeld in 88 officiële interlandwedstrijden van het Nederlands Team en is op dat moment record-international.
Op 30 april 1979, een paar maanden na zijn afscheid als actief speler, ontvangt Maat een Koninklijke Onderscheiding en wordt benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
...Boudewijn tijdens de reünie van oud-internationals... ...tijdens het World Port Tournament 2011 in Rotterdam... ...Vanaf links: Simon Heemskerk, Ton Bodaan, Boudewijn Maat,... ...Ruud Zijlstra, Hudson John, Karel Crouwel en Leo Kops... (© Foto: Marco Stoovelaar) |
Na te zijn gestopt als speler, richt Maat zich op coaching.
Dat was een logische keuze voor hem.
Al in 1970 stelde hij dat hij verder wilde gaan in coaching, volgde verschillende cursussen en coach-clinics en was toen reeds in bezit van het coach-diploma.
Terwijl hij zelf nog actief speler was verrichtte Boudewijn al de nodige coach-activiteiten in de jaren zestig, want hij gaf bijvoorbeeld hitting-instructies aan de speelsters van het Nederlands Vrouwen Softbal Team.
En eveneens terwijl hij zelf nog speelde was Boudewijn betrokken in de coaching van het Jong Oranje Honkbal Team in 1973-1977.
Boudewijn is dan de Manager van de ploeg en wordt geassisteerd door Wim Hageman, terwijl Jan Dick Leurs en Ton ter Neuzen Pitching Coach zijn.
Ook zij zijn zelf nog actieve spelers.
Doordat Boudewijn in 1977 terugkeert als speler in de Nationale Ploeg wordt hij als Manager van Jong Oranje opgevolgd door de ervaren coach Leen Volkerijk, die ook de Pitching Coach is van de Oranje-ploeg.
In 1979 wordt Boudewijn één van de instructeurs op de Honkbal School, die onder leiding staat van Cees Herkemij.
Andere instructeurs toen waren Jan Dick Leurs, Cees Santifort en Charles Urbanus, Jr..
Vanaf 1980 wordt de laatste opgevolgd door Harry van der Vaart.
In 1980 wordt Boudewijn de nieuwe Hoofd Coach van het honkbalteam van Hoofddorp Pioniers in zijn woonplaats Hoofddorp, waar hij sinds het begin van de jaren zeventig woont.
In dat jaar komt Pioniers tot een samenwerkingsovereenkomst met Haarlem Nicols, waar Maat de technisch coördinator is.
Bij Pioniers is Maat de opvolger van Ruud Zijlstra, die zijn teamgenoot was in zijn eerste seizoenen bij Schoten in de beginjaren zestig.
In 1985 leidt Boudewijn Pioniers naar de titel van de Eerste Klasse en dus promotie naar de Hoofdklasse.
Voor deze prestatie wordt hij gekozen tot Coach of the Year.
Maat leidt de Pioniersploeg hierna ook in de Hoofdklasse-seizoenen 1986 en 1987.
De ploeg degradeert in 1987 weer naar de Eerste Klasse.
Na niet te hebben gecoached in 1988 is Maat Hoofd Coach van Kinheim in 1989-1991.
Hij leidt de ploeg in zijn eerste twee seizoenen naar de Play-Offs.
Eén van de spelers die hij coacht is zijn zoon Benno, die eveneens in de Hoofdklasse heeft gespeeld.
In 1992 wordt Boudewijn Maat opgenomen in de coaching-staf van het Nederlands Honkbal Team, die dan onder leiding staat van Jan Dick Leurs, zijn oude teamgenoot bij Nicols en in Oranje.
Maat maakt deel uit van de Oranje-staf in 1992-1997.
Steve Matthew is eveneens één van de coaches en in 1993 voegt Mike Baker zich bij de staf.
In 1997 zijn Huub Kohl en Dave Daniels de opvolgers van Matthew en Baker.
In die jaren verovert de ploeg de titel op het Europees Kampioenschap in Zweden (1993) en voor eigen publiek (1995), maar eindigt op de tweede plek in 1997 in Frankrijk.
De ploeg neemt in 1996 ook deel aan de Olympische Spelen in Atlanta (USA) en het Wereldkampioenschap in Nicaragua (1994), maar ook drie Haarlemse Honkbal Weken en drie World Port Tournaments.
In 1995 valt Maat in als Oranje-Manager tijdens het toernooi om de Intercontinental Cup in Cuba, omdat Leurs dan niet bij de ploeg aanwezig kan zijn vanwege werkverplichtingen.
...Boudewijn met Jan Smidt (links) en Han Urbanus (rechts)... ...tijdens de oprichting van het Nederlands Honkbal en... ...Softbal Museum en Hall of Fame in 1983... (© Foto: Onbekende fotograaf/Algemeen Dagblad) |
Intussen doet Boudewijn Maat ook nog wat anders.
In november 1983 wordt het Nederlands Honkbal en Softbal Museum met Hall of Fame opgericht en Maat is de eerste bestuursvoorzitter.
In dat jaar begonnen Maat en zijn mede-bestuurders met het inzamelen van allerlei memorabilia voor de tentoonstellingen in het Museum, dat de deuren opende in 1986 tijdens het Wereldkampioenschap Honkbal, dat toen voor het eerst in Nederland werd georganiseerd.
Andere bestuursleden waren onder meer Hans de Bie, Guus van der Heijden, Gé Hoogenbos en Greetje Immers.
Maat was tot begin 1987 voorzitter.
Hij wordt daarna opgevolgd door Jan van Riessen, die één jaar leiding geeft aan het bestuur en dan wordt opgevolgd door Hoogenbos.
Tot het einde toe bleef Boudewijn Maat nauw betrokken bij de activiteiten van Haarlem Nicols.
In goede en in slechte tijden.
Tegen het einde van het seizoen 1993, dertig jaar na de oprichting, heeft Nicols financiële problemen nadat de overeenkomst met de hoofdsponsor ten einde was gekomen en de ploeg de Play-Offs niet had bereikt.
Een aantal oud-spelers wordt dan uitgenodigd door toenmalig club-voorzitter Fred Lenderink om zitting te nemen in een sponsorcommissie, zoals de Maat-broers, Jan Dick Leurs, Simon Heemskerk, Leo Kops en Leo Naaktgeboren.
Op dat moment is Haarlem Nicols nog altijd de meest succesvolle Nederlandse honkbalploeg en de vaakst genoemde naam in het buitenland.
,,Nicols mag niet verdwijnen.
Door de jaren heen heeft Nicols een naam voor zichzelf opgebouwd, niet alleen in Nederland, maar in het Europese honkbal.
Wij willen een aantal kleine sponsors binnenhalen voor een betere continuïteit'', zegt Maat in een interview met Marco Stoovelaar (de auteur van dit In Memoriam) in september 1993 in een artikel in De Telegraaf.
Helaas lukt het Nicols niet om de nodige sponsors binnen te halen en een paar weken voor aanvang van het seizoen 1994 moet de ploeg zich terugtrekken uit de Hoofdklasse.
Kort daarna wordt de club ontbonden.
Door de jaren heen ontwikkelde Boudewijn Maat zich tot een gedreven en gepassioneerde speler, die wist wat het beste was voor een ploeg, maar ook altijd beter wilde worden.
Boudewijn was niet alleen een gevreesd slagman en een meer dan solide eerste honkman, hij stond ook bekend vanwege zijn droge humor.
En hij was duidelijk de leider in de dug-out en in een team, waardoor hij de team-captain was van zowel Haarlem Nicols als het Nederlands Team.
Hij gaf altijd tips en adviezen aan spelers, vertelde ze wat te doen en wist wat de situaties waren in een wedstrijd.
Maat vertegenwoordigde de spelersgroep tijdens besprekingen met de Bond of met bestuurders.
Boudewijn was iemand met ontzettend veel honkbalkennis, wat hij ook onderstreepte in zijn jaren als coach.
Boudewijn was simpelweg één van de beste honkballers in de Nederlandse honkbal-historie.
De webmaster van Grand Slam * Stats & News condoleert Boudewijn's vrouw Sicca, zoon Benno, dochter Gytha, hun partners, kleinkinderen, overige familie en vrienden en wenst hen veel sterkte met dit grote verlies.
(23 juni)
|