(Tekst & Foto's: Marco Stoovelaar)
IN MEMORIAM
...Janke Nijdam... (1934 - 2023) (© Foto: Marco Stoovelaar) |
Hall of Famer, voormalig speelster, coach, bestuurder Janke Nijdam overleden
English
HAARLEM -
Janke Nijdam, die tot in de beginjaren zeventig in de hoogste softbal-afdeling speelde voor het Haarlemse HHC, waar ze ook coach is geweest, is op zaterdag 22 juli op 88-jarige leeftijd overleden.
Janke Nijdam speelde ook in het Nederlands Softbal Team in de jaren zestig en is bestuurslid geweest van zowel de Nederlandse Softbal Bond als de Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond.
Daarnaast was ze nauw betrokken bij de Haarlemse Softbal Week en was actief in verschillende andere functies, zoals voorzitter van HHC.
Voor haar vele bijdragen aan de softbalsport werd Janke Nijdam in 1997 opgenomen in de Nederlandse Honkbal en Softbal Hall of Fame.
Op zaterdag 29 juli heeft in besloten kring de afscheidsplechtigheid plaatsgevonden.
Janke Nijdam werd geboren op 19 november 1934 in Wervershoof.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het ondanks de moeilijke omstandigheden vaak mogelijk toch wedstrijden te spelen in de Nederlandse honkbalcompetitie, met uitzondering van 1944.
Destijds waren de teams in de hoogste afdeling alleen afkomstig uit Amsterdam en Haarlem, maar het reizen werd steeds vaker moeilijker.
Ergens in 1943 werd een honkbalvariant voor vrouwen gepresenteerd met afwijkende spelregels, zoals bijvoorbeeld kortere afstanden tussen de honken en onderhands gooien door de pitcher.
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd duidelijk dat veel van deze regels overeenkwamen met die van het reeds bestaande softbal, dat werd gespeeld door in Nederland gelegerde Amerikaanse en Canadese soldaten.
Het duurde daarna niet lang voordat softbal in Nederland werd geïntroduceerd en in deze beginjaren (eind veertig, begin vijftig) werd de sport zeer populair in Haarlem.
Verschillende scholen, zoals het Lorentz Lyceum, Coornhert Lyceum, Kennemer Lyceum en Klaas de Vriesschool, vormden teams en in het begin van de jaren vijftig werden schoolcompetities opgezet.
In 1956 studeerde Janke Nijdam af aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Amsterdam en kort daarna begon ze te werken op het Lorentz Lyceum in Haarlem.
Zo raakte Janke meer en meer bekend met softbal en begon zelf te spelen (en coachen) in schoolteams en nam deel aan de schoolcompetities,die regelmatig door haar school werden gewonnen.
Zo'n twee jaar later sloot Janke zich aan bij het Haarlemse HHC, dat als één van de eerste honkbalclubs met een softbal-afdeling voor vrouwen begon.
Andere verenigingen die hetzelfde deden waren ondermeer HCK, DSS, EDO en Terrasvogels, allemaal uit de Haarlemse regio.
Als lerares lichamelijke opvoeding op het Lorentz Lyceum werd een aantal van haar leerlingen later teamgenoot toen ze speelde voor HHC.
Door de jaren gingen anderen ook softballen (voor HHC of andere clubs) en werden eveneens talenvolle speelsters.
Janke is HHC altijd trouw gebleven en het was bij deze club dat ze zichzelf ontwikkelde tot niet alleen een sterke defensieve catcher, maar ook een solide slagvrouw en teamleider.
Ze werd één van de beste speelsters in de hoogste softbal-afdeling en speelde in wedstrijden van het Nederlands Softbal Team, met wie ze in 1967 naar de Verenigde Staten reisde.
Na afloop van haar speelstersloopbaan werd ze Hoofd Coach van HHC.
Intussen, terwijl ze zelf nog speelde, bleek ze ook te beschikken over bestuurlijke en organisatorische kwaliteiten en had ze zitting in het bestuur van de Nederlandse Dames Softball Bond (NDSB).
Als speelster was Janke Nijdam een laatbloeier, want ze was al 25 jaar toen ze in 1960 debuteerde in het eerste team van HHC.
Maar ze gaf toen onmiddellijk een visitekaartje voor zichzelf af en speelde voor de Haarlemse club tot in de beginjaren zeventig, waarna ze op 38-jarige leeftijd stopte.
Zoals gezegd werd Janke een leidende en solide speelster en was ze sinds 1964 enige jaren de basis-catcher in het Nederlands Team.
Op het moment dat Janke in het hoofdteam van HHC speelde was Dries de Zwaan de coach van de ploeg.
In 1962 speelt HHC in de Westelijke Eerste Klasse en is samen met HCK de grote favoriet.
Aan het einde van het seizoen wordt HHC voor de zevende keer landskampioen.
Destijds werd het kampioenschap beslist via een eindtoernooi met deelname van de regionale kampioenen.
In dit jaar wordt het toernooi gespeeld in Geldrop en wint HHC van Geldrop (Kampioen Zuiden) en VODO (Kampioen Den Haag) met uitslagen van respectievelijk 25-3 en 19-4.
Eén van de meest ervaren speelsters in de ploeg is Hannie Berendonk, die ook al speelde toen HHC de voorgaande zes titels veroverde, waarvan de eerste al in 1952, en als enige alle zeven kampioenschappen meemaakte.
In 1955-1956 en in 1958-1960 heeft Hannie Berendonk zitting in het bestuur van de Nederlandse Softbal Bond, die in december 1951 werd opgericht.
In haar eerste jaren in het Bondsbestuur zijn onder haar collega-bestuurders andere softbal-pioniers zoals Riet Vermaat (voorzitter), Bep van Beijmerwerdt (vice-voorzitter) en Puck Bosch (secretaris).
Een andere softbal-pionier die in deze jaren voor HHC speelt is Els (Smit) ter Meulen.
Andere teamgenoten van Janke Nijdam in haar eerste seizoenen zijn Mieke Albers, Trudy Beelen, Conny Broere, Gerda Cammenga, Ruth de Haas, Emmy Hofstra, Saskia de Jong, Paula van der Mark, Joke Ringersma en Ria Samson.
...Het Kampioensteam van HHC in 1962... ...Staand: Paula van der Mark, Janke Nijdam, Mieke Albers,... ...Betty de Groot, Emmy Hofstra, Marjolein Eysker, Ruth de Haas,... ...Coach Dries de Zwaan en Saskia de Jong... ...Zittend: Els ter Meulen, Joke Ringersma,... ...Gerda Cammenga en Hannie Berendonk... (Onbekende fotograaf) |
Janke toont onmiddellijk haar verdedigende kwaliteiten als catcher, maar is ook een solide slagvrouw.
Ze slaat zeer regelmatig honkslagen of krijgt vier wijd en brengt andere loopsters honken verder, wat voor punten zorgt.
Vanaf 1965 zijn ook Marijke (Sijtsma) Bouman, Tineke Bruseker, Loes Buenting, Stien Kraay, Ria Kuyper, Yvonne Serné en Dini Zwaneveld teamgenoot van Janke.
En sinds 1970 speelden ook Marian van Ginhoven en Els Spee voor HHC.
In 1963 werd er voor het eerst een Stedencompetitie opgezet met deelname van ploegen uit Amsterdam, Haarlem en Den Haag, die werden samengesteld uit speelsters van lokale verenigingen.
Janke Nijdam komt ook in deze competitie uit en is één van de speelsters in het Haarlemse team.
Andere speelsters zijn Mieke Albers, Suze van Breukelen, Toos van Galen, Nel Goedhart, Wil Hurkmans, Pien Immer, Yvonne Immer, Saskia de Jong, Jetta van 't Land, Paula van der Mark, Els ter Meulen, Ria van der Putten, Ria Samson, Fieke Strijbis, Betty Veenstra, Gonnie Veenstra en Dini Zwaneveld.
De coaches zijn Toon Verzijlberg en Ruud Zijlstra.
In veel wedstrijden onderstreept Janke haar belangrijke aanvallende bijdragen.
Zoals bijvoorbeeld halverwege het seizoen 1963.
HHC speelt dan tegen OVVO, dat het moet doen zonder vaste pitcher Dinie de Bruin.
In haar plaats gooit Fransje Koster voor de Amsterdamse ploeg.
Hoewel ze een prima wedstrijd gooit kijkt ze tegen een vroege achterstand aan na een honkslag van Janke Nijdam in de eerste inning.
In de tweede inning voert HHC de voorsprong op naar 7-0 via drie vrije lopen, een honkslag van Janke en een driehonkslag van Gerda Cammenga.
Een achtste punt wordt toegevoegd in de zesde inning.
Het enige Amsterdamse punt wordt gescoord door Elly Visser, die later de Public Address Announcer wordt bij de Hoofdklasse-honkbalwedstrijden van Giants Diemen.
In de jaren zeventig en tachtig zit ze ook achter de microfoon tijdens de Haarlemse Honkbal Week.
In de eerste wedstrijd van het seizoen 1967 ontmoet HHC EDO en mist vier basisspeelsters.
HHC scoort in het begin via een aantal fouten, maar EDO komt terug met twee punten dankzij een uithaal van Suze van Breukelen.
Echter, Janke Nijdam levert daarna een tweehonkslag af die het begin vormt van een rally, want HHC loopt verder uit en wint met 7-2.
Op de slotdag van de competitie in 1967 begin augustus komt HHC op een gedeelde eerste plaats met Onze Gezellen en DSS na een nipte 3-2 overwinning tegen HCK.
In dat duel moet HHC het doen zonder pitcher Trudy Beelen.
In haar plaats staat 'veteraan'-speelster Hannie Berendonk op de plaat.
Een honkslag van Els ter Meulen en een fout op een klap van Janke Nijdam zetten HHC op een 2-0 voorsprong.
HCK krijgt de honken vol met nul uit in de zesde inning, maar scoort slechts eenmaal.
In de zevende komt HCK langszij.
Maar in de 2e7 krijgt Els ter Meulen vier wijd, schuif op naar het derde honk na een honkslag van Janke en scoort het winnende punt op een opofferingsslag van Paula van der Mark.
Echter, het duurt een paar weken voordat de beslissingswedstrijden kunnen worden gespeeld, want een paar dagen later vertrekt het Nederlands Team naar Amerika voor het spelen daar van een reeks wedstrijden.
Uiteindelijk is het DSS dat de titel pakt.
In 1969 heeft de competitie een verrassende openingsronde, want drie Haarlemse ploegen trekken allemaal aan het kortste einde tegen zwakkere ploegen.
EDO verliest van Storks en Onze Gezellen komt te kort tegen UVV.
De grootste verrassing is de nederlaag van favoriet HHC tegen VODO.
HHC krijgt geen enkele scoringskans en komt tot slechts twee honkslagen, allebei geslagen door Janke Nijdam.
Terrasvogels, de andere favoriet, wint met slechts 8-7 van HCK.
In dat duel slaat Ludy Handgraaf (de toekomstige Ludy van Mourik) twee homeruns voor Terrasvogels, maar HCK komt langszij in de zevende inning.
Terrasvogels wint daarna in de negende beurt.
...Janke als HHC-speelster in 1971... (Onbekende fotograaf) |
In augustus 1973 wanneer HHC de eerste plaats overneemt en Terrasvogels passeert na winst tegen DSS levert Janke ook een belangrijke klap af.
Aanvankelijk wordt HHC puntloos gehouden, maar in de vijfde inning bereiken Loes Buenting en Saskia de Jong de honken na fouten.
Hiernavolgende honkslagen van Conny Broere en Els Spee zorgen voor drie punten.
Een 'insurance run' wordt daarna gescoord in de zesde na een klap van Janke Nijdam, die ook voor een belangrijke nul op de plaat zorgt.
DSS krijgt slechts één scoringskans, maar Ans Kroon wordt op de plaat uitgeschakeld door catcher Nijdam.
In 1973 wordt Janke Nijdam voor de vijfde keer met HHC landskampioen.
Na de eerste keer in 1962 pakt de ploeg ook de titel in 1963, 1965 en 1970.
Na afloop van het seizoen 1973 zet de dan 38-jarige Janke een punt achter haar loopbaan als speelster.
In een afscheidswedstrijd speelt HHC tegen een ploeg van oud-internationals.
Overigens heeft Janke op dat moment ook zo'n vijftien jaar gespeeld in het basketbalteam van het Haarlemse White Stars.
In de meeste van deze seizoenen is HHC een dominerende ploeg in de hoogste softbal-afdeling.
Tijdens Janke's speelstersloopbaan is HHC vrijwel elk seizoen titelkandidaat, vaak samen met DSS, HCK, Onze Gezellen en Terrasvogels.
In 1974 is Janke de nieuwe coach van HHC.
Ze is de opvolgster van Paula van der Mark, die sinds 1969 de (playing) coach was.
In het seizoen 1974 wordt Janke Nijdam als catcher opgevolgd door nieuwkomer (en international) Elly Nijhuis, die naar Haarlem overkwam van het Amsterdamse De Geuzen.
In 1978 leidt Janke HHC naar de Kampioenstitel, de twaalfde in de clubhistorie.
Na het seizoen stopt ze als coach.
Onder de speelsters van HHC in de vijf seizoenen dat Janke de Hoofd Coach is zijn ondermeer Mary Boekhout, Conny Broere, Loes Buenting, Joyce Chrispijn, Maud de Haas, Saskia de Jong, Sandra Klesser, Marja Lanz, Elly Nijhuis, Fredy van Offeren, Christa de Rooy, Yvonne Serné, Marijke Sijtsma, Els Spee, Betty Veenstra en Marijke Vermeer.
Saskia de Jong is Janke's assistent in 1976 en 1977.
Nadat ze in 1978 stopt als coach wordt Janke opgevolgd door Wim van Sorge, die de ploeg onder zijn hoede heeft in 1979-1980.
Maar in 1981 keert Janke voor één seizoen weer terug en neemt de coaching dan weer over van Van Sorge.
Ze wordt dan geassisteerd door Els Spee, die vervolgens de Hoofd Coach is in 1982 en 1983.
Opnieuw komt Janke hierna voor één seizoen terug (1984).
In dat seizoen is Marijke Bouman haar assistent en die neemt de taak vervolgens over in 1985.
Als coach kon Janke Nijdam soms streng zijn en ze verwachtte de beste inzet van haar speelsters.
Zelf is ze altijd een gepassioneerde speelster geweest en diezelfde passie had ze ook als coach, zoals met het nemen van risico's via agressief honklopen en loopsters doorsturen om te scoren of extra honken te pakken.
Maar ze was ook altijd optimistisch en had enorm veel vertrouwen in haar team en haar speelsters.
Dat is iets wat Janke regelmatig verkondigde in voorbeschouwingen op de competitie in het Haarlems Dagblad, wanneer ze naar haar kansen werd gevraagd door verslaggever Dries de Zwaan, die in de beginjaren zestig haar coach was, maar later vele jaren in deze lokale krant verslag deed over softbal.
In 1976 moet HHC het doen zonder Loes Buenting (verhuist naar DSS) en Saskia de Jong (gestopt).
Als het seizoen begint mist de ploeg de ervaren speelster Conny Broere (armbreuk).
Toch kijkt Janke Nijdam met een optimistisch gevoel vooruit:
,,Maar we spelen toch om kampioen te worden.
We zijn zeker niet slechter dan vorig jaar en beschikken over talentvolle jeugdspeelsters''.
Daarmee verwijst ze naar Fredy van Offeren, Maud de Haas en Christa de Rooy.
In 1977 is HHC de grote titelfavoriet ondanks het verlies van pitcher Joyce Chrispijn, die was gestopt.
In april van dat jaar zegt Janke Nijdam tegen De Zwaan in zijn voorbeschouwing:
,,We maken een aardige kans.
Veel vertrouwen heb ik vooral in werpster Fredy van Offeren.
De pitching is nu eenmaal belangrijk en vormt de ruggegraat van je team''.
...Een groepsfoto van de speelsters die in 1967... ...uitkwamen voor het Nederlands Softbal Team... ...Achter: Maureen Hoyer, Toos Snater, Pien Immer, Betty Veenstra,... ...Nel Huneker, Ludy Handgraaf, Mary Boekhout, Janke Nijdam, Mary Groen... ...Voor: Lies de Wilde, Dini Zwaneveld, Els ter Meulen, Marja v.d. Veldt,... ...Saskia de Jong, Ineke v.d. Veldt, Suze van Breukelen... |
In 1951 wordt de Nederlandse Dames Softball Bond (NDSB) opgericht, wat later de naam wijzigt in Nederlandse Amateur Softball Bond (NASB).
In de jaren vijftig is het de vereniging HCK (Kinheim) dat voor verschillende internationale contacten zorgt in zowel honkbal als softbal.
Zo kunnen de nationale ploegen wedstrijden spelen tegen Amerikaanse teams afkomstig uit Frankijk of West-Duitsland.
In mei 1960 speelt het Nederlands Softbal Team de allereerste interlandwedstrijd tegen Italië en wint met 4-3.
Destijds werd de ploeg gecoached door Teun Gaartman (die vorig jaar overleed) en Dries de Zwaan, die vijf jaar de coach van Janke was bij HHC.
Het was in juni 1964 dat het nieuwe bestuur van de Softbal Bond er in slaagt om een Amerikaanse ploeg uit het Franse Orléans naar Nederland te halen voor het spelen van twee wedstrijden tegen de nationale ploeg.
Veel werk voor dit internationale contact wordt verzet door Willem de Ruiter en Cees Goedhart.
Overigens was Janke Nijdam in maart 1964 één van de nieuwe bestuursleden geworden van de Bond.
In juni is Janke één van de veertien speelsters die voor het Nederlands Team wordt gekozen.
Deze veertien speelsters zijn pitchers Dini de Bruin, Yvonne Immer en Jetta van 't Land, catchers Maureen Hoyer en Janke Nijdam, infielders Nel Goedhart, Emmy Hofstra, Wil Hurkmans, Pien Immer en Ria Samson en outfielders Suze van Breukelen, Toos van Galen, Saskia de Jong en Rietje Teffer.
Eerder in 1964 is Janke Nijdam ook betrokken bij de introductie van het mannen-softbal in Nederland.
De verenigingen Bloemendaal en Onze Gezellen nemen het initiatief om met mannen-softbal te beginnen en op 11 mei van dat jaar spelen deze twee ploegen de allereerste wedstrijd.
Teun Gaartman (Bloemendaal) en Cor Jonker (Onze Gezellen) zijn de startende werpers en Terrasvogels-coach (en honkbal-scheidsrechter) Teun van den Berg is de umpire.
Er is veel slagwerk te zien in de aantrekkelijke wedstrijd.
Onze Gezellen neemt een snelle 2-0 voorsprong, maar dankzij een homerun van Dries de Zwaan draait het duel om en wint Bloemendaal met 14-6.
Vijf dagen later wordt de volgende mannenwedstrijd gespeeld.
In dat duel speelt een gecombineerde ploeg van Bloemendaal en Onze Gezellen tegen een team samengesteld uit leerkrachten lichamelijke opvoeding uit Haarlem onder leiding van Janke Nijdam.
In de beginjaren zestig begint de softbalsport in Nederland te groeien en dat is ook te zien in het ledental van de Softbal Bond.
Ook het spelniveau stijgt.
Hoewel het Nederlands Team nog altijd aan het kortste einde trekt in wedstrijden tegen bezoekende Amerikaanse teams uit West-Duitsland, Frankrijk of Engeland wordt duidelijk dat meer internationale wedstrijden nodig zijn.
Na het eerste duel tegen Italië in 1960 is er geen verder contact met dat land, omdat het niveau daar zakt.
In 1965 is het bekende team van Raybestos Brakettes op bezoek in Nederland.
Die ploeg is niet alleen de regerend (meervoudig) Amerikaans kampioen, maar vertegenwoordigt de USA ook tijdens Wereldkampioenschappen.
Dat bezoek levert een uitnodiging voor Nederland op om in 1967 deel te nemen aan het ASA Women's Major Fastpitch National Tournament in Stratford (USA).
De uitnodiging wordt aangenomen, maar om de financiën rond te krijgen is niet alleen een bijdrage nodig van de Nederlandse Sport Federatie en een aantal sponsors, maar de speelsters moeten zelf ook een bijdrage leveren.
De ploeg begint in januari met trainen onder leiding van (honkbal-)coaches Herman Beidschat en Gé Hoogenbos.
En zo reist Janke Nijdam in augustus naar de USA met het Nederlands Team.
Ter voorbereiding op het evenement in Stratford speelt de ploeg een reeks oefenwedstrijden in New York en New Jersey.
In de eerste van die wedstrijden ontmoet de ploeg Linden Arians, één van de beste teams uit de Amerikaanse competitie.
In het voorgaande seizoen was de ploeg op de vierde plaats geëindigd.
Het Linden Arians softbal-team staat bekend als de oudste softbalclub ter wereld.
De club werd in 1934 opgericht door Margaret 'Toots' Nusse, die vervolgens ruim vijftig jaar bij het team betrokken is.
Nadat ze 38 jaar (waarvan de eerste negen jaar de enige) als pitcher speelt, wordt ze één van de coaches.
Op het moment dat het Nederlands Team op bezoek komt is Nusse nog altijd regelmatig als pitcher actief, maar is ze voornamelijk de Business Manager.
Ze is ook 42 jaar lang sponsor van de club.
Toots Nusse overleed in december 2002 op 85-jarige leeftijd.
...Een krantenknipsel uit... ...1967 over de wedstrijd... ...van het Nederlands Team... ...tegen Linden Arians... |
Oranje speelt een bijzonder sterke wedstrijd en voor het eerst in de geschiedenis wint een Nederlandse Nationale Ploeg van een Amerikaanse tegenstander.
Een hoofdrol in de 4-2 overwinning is er voor pitcher Mary Boekhout, die slechts één honkslag toestaat en uitstekend wordt gesteund door catcher Janke Nijdam.
Verdedigend zijn er ook belangrijke bijdragen voor midveldster Saskia de Jong en korte stop Betty Veenstra.
De wedstrijd op Memorial Field in Linden, New Jersey, is heel opmerkelijk.
Oranje-pitcher Mary Boekhout krijgt een stootslag-honkslag tegen van Linda Otten in de eerste inning en dat blijft de enige honkslag in de wedstrijd.
Otten steelt het tweede honk, maar een schitterende running catch van midveldster Saskia de Jong voorkomt een punt.
Nederland wordt hitloos gehouden door pitchers Pat Willis en Gladys Meyer.
Later wordt Willis één van de meest succesvolle college-coaches.
Hoewel de ploeg niet tot een honkslag komt, wint Nederland de wedstrijd.
In de tweede inning krijgt Betty Veenstra vier wijd, steelt het tweede honk, schuift op na een fout en scoort na een doorgeschoten bal.
In de 2e2 resulteert een fout in twee Amerikaanse punten, maar vangballen van Saskia de Jong en Ludy Handgraaf eindigen de inning.
Nederland scoort daarna tweemaal in de vierde.
Maureen Hoyer en Pien Immer krijgen vier wijd en schuiven op na een opofferingsstootslag van Saskia de Jong.
De eerste scoort vervolgens op een grounder van Betty Veenstra en Immer scoort even later door wat risico te nemen tijdens het honklopen.
Intussen wordt de Nederlandse verdediging sterker.
Een ander hoogtepunt is een running catch van Els ter Meulen.
In de zesde inning wordt het vierde Nederlandse punt genoteerd.
Pien Immer krijgt vier wijd, steelt het tweede honk en scoort op een klap van Dini Zwaneveld.
Pitcher Mary Boekhout krijgt drie nullen op rij in de zesde en zevende inning om de winst te bezegelen.
In het toernooi in Stratford, Connecticut, is Nederland gastdeelnemer.
De ploeg speelt twee wedstrijden die allebei worden verloren.
In een artikel in het Haarlems Dagblad van 29 april 1967 staat het volgende te lezen:
,,Als mocht blijken dat de geselecteerde speelsters, die drukke en spannende maanden tegemoet gaan, Nederland waardig kunnen vertegenwoordigen in Amerika dan is het beslist niet ondenkbaar, dat in de naaste toekomst een strijd om de wereldtitel in Nederland zal plaatsvinden''.
Inderdaad komt het Wereldkampioenschap naar Nederland.
Echter, dat is pas 47 jaar later het geval, in 2014.
Intussen heeft Janke ook op een andere manier bekendheid gekregen, want ze is lid van een aantal commissies, maar heeft ook zitting in het bestuur van de Nederlandse Bond.
In maart 1964 wordt Janke Nijdam één van de vijf nieuwe leden in het bestuur van de Nederlandse Dames Softball Bond.
Slechts twee leden van het voorgaande bestuur keren terug in het nieuwe bestuur.
Dat zijn penningmeester Dries de Zwaan en Piet Gabes, die de vice-voorzitter was, maar nu tweede penningmeester wordt.
Voorzitter Gé Hoff stopt en wordt opgevolgd door Wim Oosterhof.
De andere nieuwkomers zijn Teun Gaartman, Puck Bosch en Mary Groen-Neudorfer.
Een jaar later, in maart 1965, is Janke Nijdam niet herkiesbaar.
Ze wordt opgevolgd door Gé Hogenbirk.
In 1965 wijzigt de Bond ook van naam.
Na de fusie tussen de Honkbal Bond en Softbal Bond in december 1970 wordt in begin 1971 een technische commissie gevormd voor zowel honkbal als softbal.
Janke Nijdam wordt gevraagd als voorzitter van de softbal-commissie.
In een interview met Kees Leseman in het blad Inside in maart 1972 zegt Janke dat ze de functie alleen wilde accepteren als Marga de Ruiter secretaris zou worden van deze commissie.
Die was in de twee jaren voor de fusie secretaris van de Softbal Bond en had veel werk verzet, niet alleen voor de fusie, maar voor het softbal in het algemeen.
Marga de Ruiter accepteert de functie ook en de twee krijgen gezelschap van Maureen Hoyer en Ton Schouten.
In 1972 is Herman Thomas de opvolger van Maureen Hoyer.
In 1973 stopt Marga de Ruiter, maar worden Joyce Chrispijn en Jan Adriaans toegevoegd.
Een paar maanden later, in juli 1971, stelt de nieuwe KNBSB een speciale commissie samen die uitgebreid advies moet geven over een groot aantal belangrijke zaken over honkbal en softbal om te komen tot een beleidsplan voor de komende jaren.
De commissie moet kijken naar het spelen op het hoogste niveau, zoals de Nederlandse Teams en de hoogste afdelingen.
De onderwerpen zijn gevarieerd, want er wordt gekeken naar verbetering van het spelpeil in de hoogste afdelingen, vergroten van de publieke belangstelling, de competitiestructuur en opleidingen va coaches, scheidsrechters en scorers.
Maar ook de begeleiding van de Nationale Teams en de relatie tussen bestuurders en topsporters en verbeteringen aan de accomodaties.
Janke Nijdam, die op dat moment als speelster actief is voor HHC en voorzitter is van de technische commissie van de KNBSB, is één van de personen die voor deze commissie wordt uitgenodigd.
De commissie staat onder voorzitterschap van de neutrale Piet van Engelen, voormalig voorzitter van de Nederlands Biljart Bond.
Als de commissie in september 1971 wordt geïnstalleerd krijgen Van Engelen en Nijdam gezelschap van Hennie Brands (bestuurslid Giants Diemen), Arie van Driel Krol (bestuurslid Kinheim (HCK)), Teun Gaartman (voormalig coach Storks en lid van de reglementencommissie KNBSB), Rob Kerkhoven (voormalig coach Nederlandse Zwemploeg), Jan Prins (coach HCAW), Hamilton Richardson (speler Sparta en Nederlands Honkbal Team) en Ab ten Wolde (voorzitter Rayon Noord-Holland).
Piet Wolffenbuttel, de administrateur van de KNBSB, wordt toegevoegd als secretaris.
De commissie dient in februari 1971 een rapport in met adviezen en aanbevelingen.
...Janke Nijdam wordt opgenomen in de Nederlandse Honkbal en... ...Softbal Hall of Fame tijdens de Haarlemse Softbal Week 1997... ...Op de foto heeft ze de Hall of Fame-oorkonde ontvangen... ...van Jos Gieskens, vice-voorzitter van de KNBSB... (© Foto: Marco Stoovelaar) |
Sinds eind jaren zestig is Janke Nijdam ook bestuurslid van HHC en wordt in het begin van de jaren zeventig voorzitter.
In die functie wordt ze in de loop van 1971 secretaris van de Stichting Bouw en Exploitatie Verenigingscentrum Noordersportpark.
In deze Stichting wordt samengewerkt door de honkbal- en softbal-afdelingen van HHC (die aparte clubs waren) en zaalhandbal/volleybal-club De Blinkert.
Zij spelen allemaal hun thuiswedstrijden op het Noordersportpark en besluiten gezamenlijk een clubgebouw te realiseren dat door de drie clubs kan worden gebruikt.
Het gebouw wordt ontworpen door architect Jan Smidt, voormalig werper van HHC en het bouwbedrijf van Dick Baas, oud-catcher van HHC, zorgt voor de bouw.
Het nieuwe clubgebouw wordt in juni 1972 geopend en is nog altijd in gebruik door Sparks Haarlem, de opvolger van HHC.
In maart 1973 wordt Janke Nijdam gekozen in het bestuur van de KNBSB, onder leiding van de nieuwe voorzitter Guus van der Heijden.
De andere bestuursleden zijn Wim Oosterhof, Gerard Voogd (beiden vice-voorzitter), Theo Vleeshhouwer (secretaris), John Oosterbroek (penningmeester), Cees Boer Sr., Freek Bos en Gé Hogenbirk.
In maart 1974 volgt Boer Oosterhof op, terwijl Jules de Pierre de plaats inneemt van Boer.
Dries de Zwaan is dan de opvolger van Hogenbirk.
In 1974 neemt het Nederlands Softbal Team voor het eerst deel aan een Wereldkampioenschap in het Amerikaanse Stratford, waar de ploeg vijfde wordt.
De ploeg staat onder leiding van Hoofd Coach Nol Houtkamp, die wordt geassisteerd door Janke Nijdam.
Vanaf het begin blijkt dit een lastige combinatie.
Als bestuurslid en voorzitter van de technische commissie is Nijdam min of meer de 'baas' van Houtkamp, maar tijdens het toernooi heeft Houtkamp het uiteraard voor het zeggen.
Dat leidt tot een aantal botsingen.
Nadat de ploeg terugkeert schijft Nijdam, als lid van het KNBSB-bestuur, een rapport over de trip.
In dat vertrouwelijke rapport staan een paar kritische opmerkingen over het functioneren van Houtkamp.
Echter, deze aantekeningen komen naar buiten en zorgen voor een hoog oplopend verschil van mening tussen Houtkamp en Nijdam.
In een artikel in het Haarlems Dagblad van 16 november 1974, geschreven door Pieter Mul, wordt onthuld dat Houtkamp besluiteloos zou zijn geweest wat zou hebben geleid tot onzekerheid bij de speelsters.
Houtkamp spreekt dit tegen en stelt dat hij niet verder wil gaan zolang Nijdam zich met de selectie blijft bemoeien.
Er wordt een commissie benoemd en geconcludeerd wordt dat de combinatie van voorzitter van de technische commissie met die van assistent coach niet de meest gelukkige is, iets wat wordt bevestigd door KNBSB-voorzitter Guus van der Heijden.
En zo gaat Houtkamp verder als Hoofd Coach van het Nederlands Team en bemoeit zich nu alleen met de selectie.
Nijdam zal zich bezighouden met ondermeer de breedtesport, jeugdkampen en clinics.
Maar in november 1974 stapt Janke Nijdam op uit het Bondsbestuur en stopt eveneens als voorzitter van de technische commissie softbal, waaraan ze vier jaar leiding heeft gegeven.
Ze stelt dat ze het vertrouwen heeft verloren in haar mede-bestuurders, mede omdat het vertrouwelijke rapport in de openbaarheid is gekomen.
De andere leden op dat moment in de technische commissie stappen eveneens op.
In 1978 keert Janke Nijdam kort terug als bestuurslid van de KNBSB als ze de softbalfunctie overneemt van Wil Soolsma.
Op dat moment zijn Guus van der Heijden (voorzitter), Gerard Voogd (vice-voorzitter), Theo Vleeshhouwer (secretaris) en Jules de Pierre (lid) nog lid van het bestuur.
De overige bestuursleden in 1978 zijn Freek Bos (vice-voorzitter), Wim Endel (penningmeester), Ronald Boot en Joop van Hattem (beiden lid).
Janke verlaat het bestuur weer tijdens de verkiezingen in het volgende jaar als Wil Soolsma terugkeert.
...Een groepsfoto van Hall of Famers in 2009... ...Janke Nijdam, Henk Keulemans (voor), Wim Oosterhof,... ...Dries de Zwaan, Jan Dick Leurs,... ...Nol Houtkamp en Hamilton Richardson... (© Foto: Marco Stoovelaar) |
Intussen was Janke ook zeer actief geworden in het Rayon Haarlem.
Begin jaren zeventig was ze lid geworden van de schoolsport-commisie, samen met teamgenoot Conny Broere.
Ruim twintig jaar lang maken Janke en Conny deel uit van deze commissie, waarin ze in de laatste tien jaar ook gezelschap hebben van Guus van Dee.
Deze commissie werd in 1992 ontbonden toen de negen Rayons werden gereorganiseerd in vier Districten.
Janke Nijdam ontvangt in 1991 het Rayon-onderscheidingsteken van het Rayon Haarlem.
Tussen 1983 en 1989 maakt Janke Nijdam zeven jaar deel uit van de protestcommissie softbal van de KNBSB.
Andere leden in die jaren zijn ook Gé Hoff en Gé Hogenbirk.
De voorzitter in Janke's eerste vier jaar in deze commissie is Ton Pols Sr. met Wim de Bok als secretaris.
In de volgende drie jaar wordt de commissie geleid door Joop van Hattem en is Anne de Bruijne de secretaris.
In 1984 en 1985 is Janke ook lid van wat toen het softbal-deel was van de scorecommissie van de KNBSB.
In die jaren waren de andere leden Bert Daniëls, Marion van Groningen Schinkel, Gert Snel en Wim van Sorge.
Sinds 1961 waren er vele succesvolle edities van de Haarlemse Honkbal Week.
In navolging daarvan werd in 1980 de eerste editie georganiseerd van de Haarlemse Softbal Week op het Noordersportpark, wat ook de thuishaven was van HHC.
De Softbal Week wordt eveneens een zeer succesvol internationaal evenement, maar helaas komt er in 1999 na de tiende editie een einde aan het toernooi.
Janke was nauw betrokken bij de realisatie van dit toernooi, samen met Theo Vleeshhouwer, die in de meeste van de tien edities voorzitter was van het organisatie-comité.
Janke maakte tot en met 1987 deel uit van het organisatie-bestuur.
Naast Vleeshhouwer en Nijdam zijn de andere commissieleden in deze periode Jacques Kort (penningmeester), Conny Broere en Ben de Brouwer.
In andere jaren krijgen zij gezelschap van Dries de Zwaan (secretaris en lid), Suze van Breukelen, Siep Mol, Rinus Paardekooper, Hanneke Rietman, Truus Ruiter, Wil Soolsma en Frank Voskuilen.
In maart 1979 krijgt Janke Nijdam het Bondsonderscheidingsteken van de KNBSB.
En op 1 juli 1997, tijdens de Haarlemse Softbal Week, wordt Janke officiëel opgenomen in de Nederlandse Honkbal en Softbal Hall of Fame.
Dat wordt vooraf gegaan door een wedstrijd tussen twee teams samengesteld uit oud-internationals.
In 1985 werd Janke's voormalige teamgenoot Els Smit-ter Meulen in de Hall of Fame opgenomen en in 2005 kwam ook haar voormalige coach Dries de Zwaan in de Hall of Fame.
Zoals gezegd was Janke Nijdam als speelster en als coach altijd zeer gepassioneerd en gedreven.
En ze gaf haar mening wanneer nodig.
Op en buiten het veld.
Als coach kon ze soms strict zijn, maar ze wilde gewoon altijd tot de beste prestaties komen met haar speelsters.
Janke's nichtje Afke Nijdam speelde eveneens een aantal seizoenen in de Hoofdklasse als catcher.
In de jaren negentig speelde ze voor HHC en HCAW.
In 1992 wordt Afke door bondscoach George Presburg gekozen als één van de catchers in het Nederlands Team voor het Europees Kampioenschap in Bussum.
De webmaster van Grand Slam * Stats & News condoleert Janke's partner Rinie, overige familie en vrienden en wenst hen veel sterkte met dit grote verlies.
(2 augustus)
|