(Tekst: Marco Stoovelaar; Foto's: ANP Photo & Marco Stoovelaar)
IN MEMORIAM
...Jan Smidt... (1929 - 2019) (© Foto: Marco Stoovelaar) |
Honkbal pitching-legende en oud-international Jan Smidt overleden
English
HAARLEM -
Jan Smidt, een pitching-legende in het Nederlandse honkbal, die één van de dominerende rechtshandige werpers was in de jaren veertig tot en met zestig, is op woensdag 2 januari overleden, zestien dagen voor zijn 90e verjaardag.
Tijdens zijn leven had Jan Smidt het geluk altijd over een goede gezondheid te berschikken en was altijd erg actief, maar vorig jaar kreeg hij helaas wat tegenslagen.
Inmiddels is er in besloten kring afscheid genomen, want Jan Smidt heeft ervoor gekozen zijn lichaam ter beschikking van de wetenschap te stellen.
Jan Hindrik Smidt, die werd geboren op 18 januari 1929, stond in zijn gloriedagen bekend om zijn zijwaartse werpbeweging.
Veel slagmensen vonden zijn manier van gooien niet lekker, maar het was een natuurlijke beweging van Smidt.
Regelmatig werd gezegd dat Smidt een 'rubberen arm' had, want hij was in staat regelmatig en veel te gooien.
In een interview met Grand Slam * Stats & News-webmaster Marco Stoovelaar in 1995 zei Smidt: ,,Honkbal was voor mij gooien''.
Echter, in zijn loopbaan kreeg Smidt ook te maken met wat armblessures.
Smidt: ,,Ik heb soms met veel pijn gegooid, maar moest dat zelf oplossen, want een verzorger was er niet.
Je frommelde er dan maar wat aan en ging verder.
Vanwege een rug-blessure heb ik ook nog een tijdje derde honk gespeeld''.
Jan Smidt, die ontwerper/decorateur was en schitterend kon tekenen, maakte voor het eerst kennis met honkbal via zijn neef Max Rietbergen, die toen catcher was bij het Amsterdamse De Kanaries.
Later werd Rietbergen bekender als coach, iets wat hij jarenlang heeft gedaan.
Rietbergen was coach bij ondermeer Rap (de voorloper van Amsterdam Pirates), HCAW, OVVO en Sparks Haarlem.
Rietbergen was de grootvader van voormalig speler (en Major Leaguer) Rikkert Faneyte.
Tijdens het interview in 1995 keek Smidt terug op zijn begin in het honkbal.
,,Max kwam vaak naar Haarlem om te spelen met de Kanaries.
Ik werd meegenomen naar de wedstrijden en Max leerde me honkballen.
Als jochie van acht jaar had ik al vroeg in de gaten dat ik goed kon gooien.
Als ik een steentje zag moest ik daar mee gooien.
Dit is mijn sport dacht ik, en ik heb tot mijn 37e gespeeld'', vertelde Smidt.
Jan Smidt kon altijd enthousiast en met veel smaak vertellen over zijn honkbaldagen.
Als beginnend honkballer keek Smidt op tegen pitching-legendes Henk Schijvenaar en Cor Wilders.
,,Toen had iedereen een eigen speciale manier van gooien of vangen.
Het waren eigenlijk allemaal een beetje karikaturen.
En die ging je nadoen, imiteren, spelers als Schijvenaar en Wilders, maar ook Joop Odenthal en Roel de Mon.
Dat waren mijn idolen.''
...Jan Smidt met Henk Keulemans tijdens een... ...Hall of Fame-ceremonie in 2009... (© Foto: Marco Stoovelaar) |
Smidt begon met spelen bij SC Haarlem, maar verhuisde naar een paar jaar naar HHC, met wie hij vele jaren in de hoogste afdeling speelde.
Smidt stopte met spelen in 1966.
Voor Smidt waren wedstrijden tegen Schoten en OVVO de hoogtepunten.
Smidt: ,,Wij waren altijd de eeuwige tweede.
In de wedstrijden tegen Schoten konden spelers als Henk Keulemans en Joop Geurts je vaak van de wijs brengen.
Dat lukte ze ook in het begin, want ik was toen mentaal zwak, maar door de jaren heen heb ik dat weten te overwinnen''.
In de jaren veertig en begin vijftig ontwikkelde Jan Smidt zich in een zeer gerespecteerde en gevreesde werper.
Dat resulteerde in een hoogtepunt in 1954 toen hij werd uitgenodigd deel te nemen aan het Major League Spring Training-camp van de New York Giants.
Het was Albert Balink, die in de jaren vijftig en zestig veel heeft gedaan voor de ontwikkeling van het Nederlandse honkbal, die Smidt zag gooien voor HHC tegen OVVO tijdens een vacantie in Nederland.
Voor OVVO gooide een andere legende, Han Urbanus, die eveneens werd uitgenodigd om mee te trainen met de New York Giants.
Terugkijkend zei Smidt:
,,Dat was een droom.
Ik was niet zo goed als Hannie, want die kon zelfs in de minor league gaan spelen.
Ik vond het geweldig, maar had geen zin om daar te blijven.
Hannie ook niet''.
Tijdens zijn verblijf bij de Giants moest Smidt zijn gooi-beweging wat aanpassen en leerde hij een nieuwe worp.
Smidt: ,,Voordat ik naar Amerika ging, was mijn fastball mijn sterkste bal.
Bij de Giants leerde ik de dropcurve, dat werd later een gevaarlijke bal van me.
Dat kon ik afwisselen met mijn zijwaartse beweging.
Ik heb een vrij lange arm, dus ik slingerde die ballen echt over de plaat.
Sommige slagmensen vinden dat vreselijk''.
De in Den Bosch geboren Albert Balink was een Nederlands/Indonesische journalist en filmmaker.
Balink was een film-pionier in het toenmalige Nederlands Oost-Indië (tegenwoordig Indonesië), waar hij twee speefilms en een documentaire maakte.
In 1938 emigreerde Balink naar de USA waar hij later de oprichter en redacteur werd van The Knickerbocker, een publicatie voor Nederlandse Amerikanen.
Balink werd een honkbal-fan en via zijn contacten was hij in de gelegenheid Smidt en Urbanus uit te nodigen naar de New York Giants.
In 1953 coördineerde hij ook hulpondersteuningen na de watersnoodramp in de provincie Zeeland.
Tijdens het interview in 1995 keek Jan Smidt ook naar de huidige speelstijl van het honkbal.
,,Spelers zien er anders uit, veel atletischer en gespierder.
Onze broeken waren niet zo gevuld met spieren, onze broeken wapperden.
Wij herkenden onze spelers bijvoorbeeld aan zijn o-benen of lichaamsbouw.
Tegenwoordig is het allemaal anders, het lopen, vangen en slaan.
Natuurlijk ontwikkelde de sport zich, maar wij speelden wel slim honkbal.
Wij stonden meer op onszelf, want er was geen coach.
Als loper moest je zelf een truc bedenken, samen met de slagman.
De rest van het team wist nergens van.
Dat had iets heel leuks, want je kon zelf het initiatief nemen.''
Als speler van SC Haarlem debuteerde Jan Smidt in 1948 op 19-jarige leeftijd in het Nederlands Honkbal Team in een interland tegen België.
In die jaren speelde de Nationale Ploeg ook verschillende wedstrijden tegen teams die waren samengesteld uit bemanningsleden van Amerikaanse oorlogsschepen die de Amsterdamse haven bezochten.
,,Zij trommelden dan een paar van die lui op en daar kregen we dan een lesje van, want we waren toen nog niet zo goed'', aldus Smidt.
...Het Nederlands Honkbal Team na winst van de titel... ...tijdens het Europees Kampioenschap van 1956 in Rome (Italië)... ...Jan Smidt zit uiterst rechts... (© Foto: ANP Photo) |
Met Oranje nam hij deel aan vijf Europese Kampioenschappen (1956, 1957, 1958, 1960, 1962), die allen werden gewonnen door Nederland.
In die dagen vormden de wedstrijden tussen Nederland en Italië de hoogtepunten, zoals dat tegenwoordig nog altijd het geval is.
Het waren de heuvel-confrontaties van Smidt en Urbanus met de Italiaanse legende Giulio Glorioso.
Als winnaar van de Europese titel werd Nederland tweemaal uitgenodigd deel te nemen aan de Global World Series in de USA.
Smidt was één van de werpers toen de ploeg deelnam in 1956 (Milwaukee) en 1957 (Detroit).
Smidt reisde ook naar de USA met de Nederlandse Ploeg in 1961 voor een reeks wedstrijd tegen de bekende Sullivans in Grand Rapids, Michigan.
In 1961 en 1963 nam Smidt deel aan de eerste twee edities van de Haarlemse Honkbal Week.
Smidt speelde zijn laatste internationale wedstrijd in 1963.
In totaal speelde Smidt in 27 officiële interlandwedstrijden voor Nederland.
In 1949 speelde Smidt in het Nederlands Team samen met twee van zijn idolen, Joop Odenthal en Cor Wilders.
Onder zijn teamgenoten in het Nederlands Team in de jaren vijtig waren ondermeer Nico Brands, Joop Geurts, Gé Hoogenbos, Nol Houtkamp, Martin Jole, Henk Keulemans, Leo Kops, Piet de Nieuwe, Hennie Regeling, Han Urbanus en Dolf de Zwart.
Onder de spelers die zich in de jaren zestig bij de ploeg voegden waren Simon Arrindell, Herman Beidschat, Flip le Cuivre, Wim Crouwel, Rudi Dom, Simon Heemskerk, Rob Hoffmann, Rickey Kersout, Ruben Leyssner, Boudewijn Maat, Gé Oosterbaan, Hugo Walker en Ruud Zijlstra.
In de jaren zestig werd de rivaliteit tussen Smidt en Urbanus voortgezet, maar eind jaren vijtig kregen zijn gezelschap van een jonge werper, die ook een legende zou worden, Herman Beidschat.
In 1953 werden voor het eerst de beste spelers van het seizoen gehuldigd.
Het was Albert Balink, die hiervoor de medailles beschikbaar stelde.
Van 1953 tot en met 1966 waren het Smidt, Urbanus en Beidschat die domineerden.
Jan Smidt werd gekozen tot Beste Pitcher van de hoogste afdeling in 1956, Urbanus won de titel vijf keer, Beidschat werd een record-aantal van acht jaar op rij gekozen tot Beste Pitcher.
Jan Smidt deed altijd heel bescheiden over zijn loopbaan, maar feit is dat hij simpelweg één van de beste werpers is geweest in de Nederlandse honkbal-historie.
Smidt leidde de hoogste afdeling in strikeouts in 1964 met 115.
In zijn indrukwekkende loopbaan gooide Smidt vier No-Hitters (1955, 1956, 1957, 1958).
Hij had alleen Han Urbanus voor zich wat betreft strikeouts in loopbaan.
Uit zijn eerste jaren zijn er helaas geen officiële statistieken, maar gebaseerd op schattingen en berekeningen moet hij ruim 1.800 strikeouts hebben gegooid.
...Jan Smidt als pitcher op 65-jarige leeftijd voor Kinheim tijdens... ...de Senior World Series 1994 in Phoenix, Arizona (USA)... (© Foto: Marco Stoovelaar) |
In november 1994 keerde Jan Smidt op 65-jarige leeftijd terug op de werpheuvel.
In die maand reisde hij naar Phoenix, Arizona (USA) met een veteranenploeg van Kinheim om deel te nemen aan de Senior World Series.
Onder zijn teamgenoten waren voormalige Hoofdklasse-spelers als Ruud Zijlstra, Wim Crouwel, Hans van Driel Krol, Jersey van Doornspeek, Ed Halman, Fokke Jelsma en Ricky Placidus.
De ploeg stond onder leiding van coach Simon Heemskerk.
Na het toernooi volgde Smidt honkbal voornamelijk nog via de kranten en televisie.
Ondertussen waren zijn zoons Thijs Smidt en Floris Smidt ook gaan honkballen.
Pitcher Thijs en catcher Floris speelden beiden in de Hoofdklasse voor Kinheim.
Thijs gooide ook enige jaren voor het Nederlands Team.
Smidt bleef wel een vrijwel dagelijkse bezoeker van de wedstrijden van de tweejaarlijkse Haarlemse Honkbal Week, nadat hij zelf als speler was gestopt.
Toen in 1983 het Nederlands Honkbal en Softbal Museum met Eregalerij werd opgericht behoorde Jan Smidt tot de eersten die nauw betrokken was bij dit initiatief.
Het was Jan Smidt die de Hall of Fame-kolommen ontwierp en maakte, zoals die nu te zien zijn in het Museum.
Smidt verrichtte veel werk voor het Museum, zo hielp hij ook mee aan de totstandkoming van de foto-lijsten en deed nog veel meer.
,,Jan heeft heel veel voor ons gedaan, we zullen hem enorm missen'', aldus Karel van Veen, voorzitter van het Museum en de Hall of Fame.
Wanneer het Museum en de Hall of Fame open was voor publiek tijdens de internationale evenementen in Haarlem, was Jan Smidt er dagelijks aanwezig.
Door de jaren heen was Smidt er ook altijd bij tijdens de jaarlijkse reünie-bijeenkomsten van oud-internationals.
Terugkijkend op zijn loopbaan zei Jan Smidt dat hij altijd veel plezier heeft gehad.
Hij zei in 1995: ,,Honkbal was één van die dingen waarin je excelleerde.
Daar ging je voor en dat probeerde je uit te buiten.
Het heeft me een hoop zelfvertrouwen in mijn leven gegeven.
Honkbal is heel goed voor me geweest.
Het was slapen, vreten en denken''.
De webmaster van Grand Slam * Stats & News condoleert Jan's vrouw Annelies, zijn zoons Thijs en Floris, kleinkinderen en verdere familie en wenst hen veel sterkte met dit verlies.
(7 januari)
|