(Tekst: Marco Stoovelaar; Foto's: USA Baseball, Pawtucket Red Sox, Rob Brink & Marco Stoovelaar)
IN MEMORIAM
...Win Remmerswaal... (1954 - 2022) (Baseball-card 1981) |
Voormalig pitcher Win Remmerswaal, eerste in Nederland opgegroeide Major Leaguer, overleden
English
DEN HAAG -
Win Remmerswaal, die in 1979 de eerste in Nederland geboren en opgegroeide speler was die in de Amerikaanse Major League speelde, is op zondag 24 juli op 68-jarige leeftijd overleden.
Remmerswaal was één van de beste Nederlandse werpers die geschiedenis schreef in 1979 toen hij in de Major League debuteerde, nadat hij in 1974 al als eerste Europeaan een contract had getekend bij een Major League-club.
Helaas werden het leven en de loopbaan van de rechtshander regelmatig geplaagd door gezondheidsproblemen en tragische omstandigheden.
Wilhelmus Abraham (Win) Remmerswaal werd geboren op 8 maart 1954 in Den Haag, maar hij groeide op in Wassenaar.
Daar woonde hij vrijwel zijn hele leven en begon hij ook zijn honkbal-loopbaan.
Vanaf een jonge leeftijd stond hij al bekend onder verschillende voornamen, want hij werd Winneke, Winnie of Win genoemd.
Maar het was uiteindelijk Win waaronder hij het langst bekend was nadat hij profspeler was geworden.
Win Remmerswaal had drie broers, die allemaal eveneens honkbalden.
Zijn oudere broers Harry en Hans honkbalden beiden op een lager niveau.
Harry speelde voornamelijk voetbal, maar Hans speelde ook kort in de Hoofdklasse als infielder en was teamgenoot van Win bij Storks, maar hij werd later een talentvolle honkbal-umpire.
Win's jongere broer Jerry gooide in de Hoofdklasse voor ADO en kwam ook uit voor het Nederlands Honkbal Team.
Allen honkbalden voor Wassenaar, waarvan het honkbalveld net naast het huis van het gezin Remmerswaal lag in de plaats met dezelfde naam.
Helaas werd het gezin Remmerswaal vanaf het begin van de jaren negentig getroffen door tragedies en gezondheidsproblemen.
Win's drie broers overleden allemaal op een veel te jonge leeftijd kort na elkaar in een periode van vier jaar, terwijl Win zelf in een coma terecht kwam.
Harry overleed in april 1993 op 40-jarige leeftijd na zelfdoding, Jerry overleed in augustus 1995 op 35-jarige leeftijd als gevolg van hartproblemen en Hans overleed in juli 1997 op 46-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker.
In december 1997 kreeg ook Win te maken met gezondheidsproblemen, ondermeer door zijn drinkgedrag.
Hij kreeg een zware longontsteking en lag zo'n drie weken in een coma met als gevolg dat hij schade opliep aan zowel zijn hersenen als zijn centrale zenuwsysteem.
Nadat hij was ontwaakt uit de coma herstelde Win nooit volledig, woonde sindsdien in een verzorgingshuis in Den Haag en kon hij zich alleen voortbewegen in een rolstoel.
Win begon met honkballen bij Wassenaar toen hij een jaar of acht was, nadat hij was meegenomen naar het honkbalveld door zijn broers Harry en Hans.
Aanvankelijk verliepen Win's eerste kennismakingen met honkbal niet goed en bijna stopte hij alweer gelijk met spelen.
Echter, na een tijdje begon hij de sport leuk te vinden en ontwikkelde hij zichzelf in een zeer getalenteerde werper.
Dat Win Remmerswaal wel degelijk een talentvolle speler was werd onderstreept in 1969 toen hij de Ron Fraser Award won.
Deze onderscheiding wordt jaarlijks uitgereikt aan de meest talentvolle jeugdspeler en is vernoemd naar de eerste Amerikaanse coach die de leiding had bij het Nederlands Team.
In 1971, op 17-jarige leeftijd, maakte Win zijn debuut in de hoofdmacht van Wassenaar, dat toen uitkwam in de Tweede Klasse, destijds de derde hoogste afdeling.
In het hiernavolgende seizoen maakte Remmerswaal zijn debuut in de Hoofdklasse toen hij gooide voor het Haagse Storks.
In zijn debuut-seizoen 1972 startte de rechtshander in 14 wedstrijden en was 7-7 met een 2.87 ERA.
Hij gooide 125 keer drie slag in 116 innings.
Na het seizoen 1971 had Storks een paar powerhitters verloren, want Hudson John, Herbert Ramlal en Harrie Blijden waren vertrokken en Simon Arrindell was gestopt.
Desondanks behoorde Storks, onder leiding van coach Wim van Sorge, tot de top-3, samen met Sparta en Feyenoord.
Onder Win's teamgenoten dit jaar waren Ton Bodaan, Rudi Dom, Roy van den Dungen Gronovius, Raf Gibbs, Dick de Goede, Kor John, Roy Mulder, Ron Renooy en zijn broer Hans Remmerswaal, die samen met Win was overgekomen naar Storks.
In de meeste wedstrijden was Bodaan Remmerswaal's catcher.
...Win Remmerswaal in actie... ...voor Nederland tijdens het... ...Europees Kampioenschap 1973... ...in Haarlem... (© Foto: Onbekende fotograaf) |
Win Remmerswaal's eerste wedstrijden in de Hoofdklasse waren memorabel.
Het Opening Weekend van 29-30 april werd geplaagd door veel regen wat resulteerde in verschillende afgelastingen.
Met uitzondering van de wedstrijden van Storks, dat speelde tegen het Amsterdamse Ajax.
Op 29 april, in Amsterdam, regende het hevig en beide Hoofd Coaches drongen er bij Home Plate Umpire Hans Corpeleijn op aan dat spelen onverantwoordelijk was.
Echter, Corpeleijn liet de wedstrijd gewoon beginnen en Ajax won met 6-0 onder erbarmelijke weersomstandigheden.
De volgende dag, 30 april, volgden meer afgelastingen, maar het duel tussen Storks en Ajax in Den Haag werd wel gespeeld, omdat de competitieleider de twee wedstrijden bij elkaar wilde houden.
Hoewel de weersomstandigheden wel wat beter waren, werden alle overige wedstrijden wederom afgelast.
Mogelijk doordat het niet helemaal duidelijk was of er wel of niet zou worden gespeeld verschenen de drie aangestelde scheidsrechters echter niet op het complex in Den Haag.
Tegenwoordig zou een wedstrijd niet worden gespeeld wanneer er geen umpires zouden zijn.
Maar dat was toen niet het geval en de wedstrijd werd uiteindelijk gespeeld met twee inval-umpires die toevallig op het Storks-veld aanwezig waren als toeschouwer.
De ene was Bram Klijnsmit, die toen umpire was in een lagere afdeling, maar later zelf ook Hoofdklasse-scheidsrechter werd.
De andere was Cor Jonker, die in Den Haag aanwezig was om verslag te doen voor een krant, maar toevallig ook scheidsrechter op een lager niveau was.
Het was in deze wedstrijd dat Win Remmerswaal zijn heuveldebuut maakte in de Hoofdklasse.
Storks stond na vier innings met 3-0 voor, maar Ajax kwam langszij, dankzij een 2-run homerun van Ben Richardson in de vijfde, waarna hij een RBI-honkslag toevoegde in de zevende.
In de 2e7 hernam Storks de leiding toen pinch-hitter Jonne van Soelen een 2-run homerun sloeg.
Remmerswaal gooide een complete wedstrijd, schakelde twaalf slagmensen met drie slag uit en stond vijf honkslagen toe.
Als slagman sloeg hij 2-uit-4.
En zo beleefde de rechtshander een memorabel debuut in de hoogste afdeling.
Toen hij in 1971 voor Wassenaar gooide werd er wat roofbouw gepleegd op Remmerswaal als werper.
Dat leidde toen al tot wat armproblemen tijdens het seizoen 1972.
Echter, hij had een prima eerste seizoen in de Hoofdklasse.
Een hoogtepunt kwam tegen het einde van het seizoen toen Remmerswaal tien innings gooide in een 4-2 winst tegen OVVO in Amsterdam.
Henk Boeren gooide alle innings voor OVVO en moest acht honkslagen toestaan.
Maar Remmerswaal domineerde, stond slechts zes honkslagen toe en kwam tot zestien keer drie slag, het hoogste aantal voor een werper in één wedstrijd tijdens het seizoen 1972.
Na het seizoen eindigde Remmerswaal op de tweede plaats voor de prijs van Meest Waardevolle Speler achter Hamilton Richardson van Sparta.
In die jaren werden gouden en zilveren medailles uitgereikt aan de beste spelers.
In 1973 stond Remmerswaal weer op de heuvel voor Storks, dat weer werd geleid door coach Wim van Sorge.
De meeste spelers van het voorgaande jaar waren er ook weer en Herbert Ramlal was weer teruggekeerd naar de club, terwijl Frank van Rest eveneens voor de ploeg uitkwam.
Maar Storks beleefde een zwaar seizoen en degradeerde.
De ploeg kwam een paar keer net te kort vanwege een paar fouten en te weinig slagwerk op het juiste moment.
Remmerswaal was 4-10 met een 3.20 ERA en gooide in 16 wedstrijden.
Hoewel hij tien wedstrjden verloor was Remmerswaal ook nu weer de heuveltroef van Storks en kwam tot 118 keer drie slag in 115 1/3 inning.
Tijdens het seizoen 1973 beleefde Remmerswaal het eerste grote hoogtepunt in zijn loopbaan, want hij gooide een No-Hitter en miste maar net een Perfect Game.
Op 19 mei 1973 speelde Storks een uitwedstrijd tegen het eveneens uit Den Haag afkomstige ADO.
Beide teams speelden hun thuiswedstrijden op hetzelfde complex, namelijk Sportpark 'Escamp III'.
Storks won met 4-0 en Remmerswaal kreeg slechts 28 slagmensen tegenover zich, één boven het minimum.
In negen innings schakelde de rechtshander zeven slagmensen met drie slag uit.
In de zevende inning eindigde de Perfect Game toen er een fout werd gemaakt op een simpele pop-fly.
De Amerikaan John Barrett was de lead-off hitter voor ADO en sloeg een pop-fly richting werpheuvel.
Daar had Remmerswaal de kans de bal te vangen, maar eerste honkman Raf Gibbs schreeuwde dat hij de bal zou vangen.
En dus stapte Remmerswaal opzij, maar Gibbs liet de bal vallen en zo werd Barrett de enige honkloper voor ADO.
De volgende dag won Storks met 7-3 en droeg Remmerswaal bij met het slaan van een solo-homerun.
Op 21 maart van dit jaar overleed John Barrett (die later coach en umpire werd) op 83-jarige leeftijd.
In deze beginjaren zeventig werd Win Remmerswaal ook geselecteerd voor het Nederlands Honkbal Team.
Hij zou uitkomen in zes officiële interlands voor Oranje tussen 1972 en 1974.
In mei 1972 werd Remmerswaal eerst uitgenodigd voor het Nederlands B-Team, maar een maand later werd hij opgenomen in het A-team voor de Haarlemse Honkbal Week.
...Ron Fraser... ...Nederlands Team Manager... (© Foto: USA Baseball) |
Win Remmerswaal debuteerde op 30 juni toen het Nederlands Team de openingswedstrijd speelde van de Honkbal Week tegen de Nationale Ploeg van de Nederlandse Antillen.
De Amerikaanse coach Ron Fraser was weer teruggekeerd als Manager van het Nederlands Team, nadat hij de ploeg eerder al in de beginjaren zestig onder zijn hoede had gehad.
Hoewel de 18-jarige Remmerswaal een rookie was in zowel het Nederlands Team als de Hoofdklasse en de Nederlandse Antillen in Haarlem aanwezig was met een sterke ploeg, wees Fraser hem aan als startende werper voor de openingswedstrijd.
Fraser is altijd onder de indruk geweest van het gooien van Remmerswaal en gaf hem de bal op de eerste dag van het internationale evenement.
De Amerikaan werd geassisteerd door de Nederlandse coaches Cees de Bruin en Dolf de Zwart.
Remmerswaal gooide 5 2/3 inning en had vier strikeouts.
Maar hij moest ook vier punten toestaan en negen honkslagen, waaronder homeruns van powerhitters Alvin Fleming en Rafael Josefa.
Remmerswaal was de verliezende werper, maar hij sloeg zelf wel een honkslag in zijn eerste slagbeurt.
Dat was één van de slechts drie Oranje-honkslagen in dit duel.
Vijf dagen later was Remmerswaal de closer voor Nederland in een 10-0 overwinning tegen Italië.
Hij nam het toen over van starter Nol Beenders en gooide de negende inning.
Eind januari 1973 maakte het Nederlands Team een trip van twee weken naar Sarasota in Florida (USA).
De ploeg was een combinatie van ervaren spelers met een aantal jongere spelers die de kans kregen wat meer internationale ervaring op te doen.
Win's teamgenoten op deze trip waren Hans Augustinus, Fred Beckers, Henk Boeren, Wim Crouwel, Berry Eijgendaal, Ade Fijth, Bertil Haage, Wim Hageman, Harrie Heikoop, Henny Jenken, Hamilton Richardson, Jim Sieval, Frank Smit, Paul Smit, Arnold Smith, Charles Urbanus en Carel de Vries.
Voor Win Remmerswaal was het de eerste keer dat hij de kans kreeg kennis te maken met de manier van honkbal leven en spelen in de USA.
Zijn verblijf in Florida kreeg zelfs een vervolg, want hij werd uitgekozen door het Sportfonds Leo van der Kar om vier weken te trainen op de University of Miami, waar Ron Fraser de Hoofd Coach was.
Het Leo van der Kar Sportfonds selecteerde jaarlijks verschillende Nederlandse sport-talenten en stelde hen in staat een aantal te weken te trainen of spelen op verschillende locaties wereldwijd om zo meer te leren en ervaringen op te doen in hun respectievelijke sport.
In 1973 was Remmerswaal één van de heuveltroeven van het Nederlands Team tijdens het Europees Kampioenschap, dat toen werd georganiseerd in Haarlem in het historische Pim Mulier Stadion.
Opnieuw was Fraser de Manager.
In de slotwedstrijd van de voorronde gaf Remmerswaal een indrukwekkend visitekaartje voor zichzelf af.
Nederland speelde tegen Italië en de Europese aartsrivaal stond in de derde inning met 6-4 voor.
Aanvankelijk had Oranje een snelle 4-0 voorsprong genomen, maar in de derde inning kwam Italië tot een rally van zes punten op starter Nol Beenders.
Remmerswaal nam de pitching over met twee uit in de derde inning en domineerde vanaf dat moment.
De rechtshander gooide 6 1/3 puntloze innings, stond nog maar twee honkslagen toe en schakelde negen slagmensen met drie slag uit.
Bovendien draaide Nederland de wedstrijd weer om in de zesde inning.
Met een 6-5 achterstand scoorde Charles Urbanus de gelijkmaker na een driehonkslag van Hamilton Richardson, die daarna het leidende punt scoorde op een tweehonkslag van Fred Beckers.
Met Nederland nu op een 7-6 voorsprong steeg de spanning in de eerste helft van de negende inning, want Remmerswaal leek in de problemen te komen.
Met twee uit sloeg Alberto Rinaldi een tweehonkslag en kreeg Giorgio Castelli vier wijd.
De twee schoven op naar het tweede en derde honk na een wilde worp.
Maar de 19-jarige Remmerswaal bleef kalm en schakelde volgende slagman Angelo Petrone met drie slag uit om een einde aan de wedstrijd te maken.
Nederland won met 7-6 en Remmerswaal was de winnende werper.
Na afloop kreeg Remmerswaal de vraag van verslaggever Hans Reismann van Het Vrije Volk hoe hij de winst had beleefd.
,,Dat kan ik nu nog niet zeggen'', antwoordde Remmerswaal.
,,Ik moet daar eerst rustig over nadenken.
Ik leef nu nog in een roes''.
Met dit antwoord onderstreepte Remmerswaal ook wat anders, namelijk dat hij geen grote prater was.
In zijn speeltijd was hij zelfs wat bescheiden.
Hij wilde simpelweg gewoon spelen, op het veld staan en er eigenlijk niet over praten.
Een paar dagen later won Nederland met 6-2 van Italië in de Finale en veroverde de Europese titel.
Remmerswaal werd uitgeroepen tot Beste Werper van het toernooi.
In de hiernavolgende weken was het duidelijk dat hij de aandacht rondom zijn prestatie tijdens het EK eigenlijk niet wilde.
Hij had er last van en het ging zelfs ten koste van zijn optredens bij Storks.
Echter, in die weken begon Remmerswaal ook last te krijgen van een mysterieus handprobleem in zijn gooi-arm, wat ook invloed had op zijn optredens.
Dat Nol Beenders, die door Remmerswaal werd vervangen in de Italië-wedstrijd, zelf ook een dominante werper was, werd later in het seizoen 1973 onderstreept.
In juli gooide ook Beenders bijna een Perfect Game, net zoals Remmerswaal dat had gedaan in mei.
Beenders gooide de hele wedstrijd voor Haarlem Nicols in een 2-0 thuiswinst tegen Giants Diemen.
Net als Remmerswaal kreeg Beenders slechts één honkloper en dat was Leo van Wijk, die in de derde inning door een worp was geraakt.
Kreeg Remmerswaal 28 slagmensen tegenover zich, Beenders zag er slechts 27, want Van Wijk werd uitgeschakeld toen een squeeze mislukte.
...Win Remmerswaal... ...Baseball-card 1981... |
Halverwege het seizoen 1973 werd bekend dat Remmerswaal de kans kreeg om te studeren en spelen op de University of Miami in Florida, dankzij Ron Fraser.
Op dat moment studeerde Win werktuigbouwkunde aan de Technische Universiteit in Delft, maar hij ging gelijk op de uitnodiging in om naar de USA te kunnen gaan.
In een interview met Haro Hielkema in Trouw in juli 1973 zei Win over deze uitnodiging:
,,Ik zou me later voor het hoofd slaan als ik dit aanbod niet zou aannemen.
Ik krijg een sport- en studiebeurs van 70.000 gulden voor vier jaar.
Na een jaar kan ik kijken of het me bevalt.
Maar na wat Fraser me nu verteld heeft moet het geweldig worden.
Een afwisselend leven.
's Morgens naar college, 's middags honkballen.
En het lijkt me sterk als er af en toe niet gelegenheid is om uit te gaan''.
Met deze laatste opmerking toonde Remmerswaal aan dat hij er ook van hield om met vrienden zo nu en dan wat te gaan drinken.
De verwachting was dat Remmerswaal ergens in september naar Florida zou vertrekken.
Hierdoor zou hij niet beschikbaar zijn voor het Nederlands Team tijdens twee oefenwedstrijden tegen de Nationale Ploeg van Taiwan, maar ook zou hij de belangrijke degradatie-wedstrijden van Storks missen.
En dus was bij Storks niet iedereen blij met het aanbod van Fraser.
De voorzitter van de vereniging toen was Hans Dijkstal, die later Minister van Binnenlandse Zaken en Vice-Minister-President zou worden (1994-1998).
Dijkstal wilde Remmerswaal uiteraard de kans niet ontnemen, maar hij was absoluut niet te spreken en schreef een brief naar de Bond om bezwaar te maken tegen de wijze waarop Fraser Remmerswaal had uitgenodigd om naar Florida te komen, want Storks was er nooit over geïnformeerd.
Zeker nu het seizoen van Storks in de problemen kwam.
Maar één en ander wijzigde in september van dat jaar, want Remmerswaal ontving geen verder nieuws uit Miami, wat later werd toegeschreven aan communicatie-problemen met betrekking tot brieven die wel of niet waren geschreven of ontvangen.
En dus bleef Remmerswaal in Nederland en gooide in drie innings voor Oranje in het tweede duel tegen Taiwan.
Andere spelers in de Nationale Ploeg tijdens deze wedstrijden waren ondermeer Fred Beckers, Wim Hageman, Harm Horeman, Bart Seidel, Frank Smit, Charles Urbanus en Bouke Vakkers.
Remmerswaal was dus ook inzetbaar voor Storks tijdens de degradatiereeks tegen HCAW.
Echter, de werper kon niet spelen vanwege de eerder genoemde mysterieuze aandoening in zijn rechterhand, waarvan hij in de slotweken van het seizoen last bleef houden.
Hij kreeg plotseling witte vingers en dat resulteerde in gevoelloosheid en verlies van controle over de bal.
Bij onderzoek in het ziekenhuis werd vastgesteld dat Remmerswaal problemen had met de bloedtoevoer naar zijn vingers.
In november 1973 werden speciale foto's gemaakt en meer onderzoek wees toen uit dat hij leed aan de Ziekte van Raynaud.
Tijdens een operatie werd een stukje zenuw afgesneden voor een betere bloedtoevoer naar zijn vingers.
Ook werd een rib verwijderd die op een andere zenuw drukte.
Aanvankelijk ging het herstel voorspoedig, maar na een paar dagen, vanwege een reactie op een medicijn, liep Remmerswaal een interne bloeding bij een long op.
Remmerswaal's toestand was zelfs een paar dagen kritiek.
Vanwege deze hele situatie en het herstel kreeg hij ook een paar psychologische inzinkingen, maar uiteindelijk herstelde hij weer.
In de wintermaanden begon de werper hard te werken aan zijn herstel en om zijn kracht terug te krijgen in zijn gooi-arm, ondermeer via krachttraining, lopen en zwemmen ter voorbereiding op het seizoen 1974.
Win Remmerswaal werd zelfs nog ambitieuzer, want hij stelde zichzelf tot doel het hoogst haalbare te bereiken in het honkbal.
Bovendien wilde hij weer voor het Nederlands Team gooien tijdens de Haarlemse Honkbal Week in 1974.
Ondertussen kwam er in januari 1974 ook weer hernieuwd contact met Ron Fraser om naar Miami te gaan, dit keer vanaf september.
Maar vier maanden later werd bekend dat Remmerswaal niet naar Miami zou afreizen, omdat hij vanwege tegenvallende studiecijfers was afgewezen.
En zo stond Remmerswaal in 1974 weer op de heuvel voor Storks, dat nu uitkwam in de Eerste Klasse, de tweede hoogste afdeling.
Remmerswaal's heuvel-capaciteiten keerden terug en hij was weer de troef voor Storks.
In een wedstrijd tegen Neptunus gooide Remmerswaal 19 keer drie slag in een 6-4 overwinning.
In juli kwam Remmerswaal tot twaalf keer drie slag voor Storks dat met 12-5 won van Euro Stars om kampioen te worden, zodat de ploeg in 1975 weer zou terugkeren in de Hoofdklasse.
In dat seizoen zou Storks ook verhuizen naar een eigen complex op Sportpark 'Ockenburg'.
Halverwege het seizoen 1974 gooide Remmerswaal weer tijdens de Haarlemse Honkbal Week voor Oranje, dat nu onder leiding stond van de Amerikaan Ernie Myers.
Hij werd geassisteerd door Cees de Bruin, terwijl Hamilton Richardson playing-coach was.
Voor het toernooi werd ook de Amerikaanse werper Ray Peloquin als extra speler aan de ploeg toegevoegd.
Peloquin kwam in de Hoofdklasse uit voor het Haarlemse Schoten.
Remmerswaal had wederom een prima toernooi na herstel van zijn mysterieuze 'witte vingers'.
Tijdens de Honkbal Week woonde Dick O'Connell, de General Manager van Major League-club Boston Red Sox, de wedstrijden bij.
O'Connell logeerde die week bij Cees Herkemij, die toen coach was van Sparta, maar ook één van de coaches/instructeurs was in het opleidingsprogramma van de Nederlandse Bond.
...Win Remmerswaal toen hij speelde... ...voor Pawtucket Red Sox in 1978... (© Publiciteitsfoto) |
Tijdens zijn drie seizoenen (1972-1974) in het Nederlands Team waren Remmerswaal's teamgenoten Hans Augustinus, Fred Beckers, Nol Beenders, Harry van der Berg, Arnoud Blom, Herman Beidschat, Henk Boeren, Wim Crouwel, Roy van den Dungen Gronovius, Berry Eijgendaal, Ade Fijth, Bertil Haage, Wim Hageman, Simon Heemskerk, Harrie Heikoop, Harm Horeman, Ton de Jager, Henny Jenken, Paul Koster, Jan Dick Leurs, Boudewijn Maat, Robert Maat, Leo Naaktgeboren, Ferry Neuteboom, Ray Peloquin, Dassy Rasmijn, Ben Richardson, Hamilton Richardson, Bart Seidel, Jim Sieval, Steef van der Sluis, Frank Smit, Paul Smit, Arnold Smith, Alfio Troeman, Charles Urbanus, Harry van der Vaart, Bouke Vakkers, Carel de Vries en John van Westrenen.
In deze beginjaren zeventig werd Remmerswaal's voornaam voornamelijk nog geschreven als Winneke, maar nadat hij de kracht had teruggekregen in zijn vingers en was hersteld, werd hij meer bekend als Win.
Dankzij O'Connell en Herkemij en uiteraard zijn optredens tijdens de Haarlemse Honkbal Week kreeg Remmerswaal een uitnodiging om in november 1974 in Florida deel te nemen aan een try-out van Boston Red Sox.
Twee weken later, op 20-jarige leeftijd, op 22 november, tekende hij een profcontract!
Win Remmerswaal had al vanaf jonge leeftijd de ambitie om de top te bereiken.
Hoewel hij op achtjarige leeftijd al bijna weer was gestopt met honkbal begon hij meer en meer van de sport te houden en raakte zelfs wat bezeten van het idee om zijn kwaliteiten te verbeteren.
Hij hield zoveel van de sport en investeerde zoveel tijd dat het ten koste ging van zijn technische opleiding, want hij kon zijn studie niet combineren met het spelen van honkbal.
En zo, in november 1974, toen hij het profcontract kreeg aangeboden zette Remmerswaal onmiddellijk een punt achter zijn studie en begon aan zijn profloopbaan in de USA.
Een droom was uitgekomen.
Win Remmerswaal was de eerste Europese honkballer die een profcontract had getekend bij een Major League-club.
In 1975 maakte Remmerswaal zijn profdebuut en gooide voor Winter Haven Red Sox, het Single-A team van Boston Red Sox.
En hij maakte gelijk een goede indruk, wat binnen drie jaar promoveerde hij al naar Triple-A.
Remmerswaal speelde in Single-A en Double-A in 1976, waarna hij promoveerde naar Triple-A in 1977.
In zijn eerste seizoen was Remmerswaal 8-7 en gooide in 27 wedstrijden (16 starts).
Het volgende jaar, 1976, had de rechtshander een sterk seizoen toen hij wederom uitkwam voor Winter Haven.
Hij gooide in 39 wedstrijden (zeven starts) en was 7-6 met een 1.74 ERA, wat dit seizoen het beste ERA was in de afdeling.
Hoewel Remmerswaal niet echt een strikeout-pitcher was beschikte hij over een prima controle en kwam hij toch tot 119 keer drie slag in het seizoen 1976.
Echter, tijdens zijn eerste profseizoenen kreeg Remmerswaal ook te maken met wat aanpassingen en het wennen aan de professionele levensstijl, wat soms uitmondde in drankgedrag.
Na in 1977 te hebben gegooid in Double-A en Triple-A nam Remmerswaal in 1978 voor het eerst deel aan Major League Spring Training met Boston Red Sox.
Ook nu liet hij weer een prima indruk achter.
Remmerswaal speelde het hele seizoen voor Pawtucket Red Sox in Triple-A in wat zijn laatste seizoen was, waarin hij zowel als starter en als reliever werd ingezet.
In het seizoen 1978 gooide Remmerswaal in 34 wedstrijden, twintig daarvan als starter.
Hij was 8-6 met 108 strikeouts.
Na afloop van het seizoen 1978 speelde Remmerswaal voor Leones de Ponce in de Puerto Ricaanse Winter League.
Remmerswaal was in 1979 weer terug in Spring Training, maar startte het seizoen wederom bij Pawtucket in Triple-A.
Daar was voormalig Major Leaguer Johnny Podres de Pitching Coach en hij werkte nauw samen met Remmerswaal, die weer een goed seizoen had.
Hij gooide in 39 wedstrijden (waaronder zijn laatste start), kreeg zeven saves op zijn naam en had een 2.05 ERA met 93 strikeouts in 92 innings, terwijl hij viermaal winnende werper was.
Remmerswaal heeft altijd bekend gestaan om zijn 'rubberen arm' en kon bijna dagelijks gooien.
Dat wist hij zelf ook en mogelijk daardoor gooide hij teveel, wat later leidde tot armproblemen.
...Win Remmerswaal ontvangt de Gouden... ...Eremedaille van de KNBSB van secretaris... ...Theo Vleeshhouwer (links) in september 1979... ...in Fenway Park in Boston, nadat hij zijn... ...debuut had gemaakt in de Major League... (© Photo: Rob Brink) |
Begin augustus 1979 werd Win Remmerswaal opgeroepen naar het Major League-team van Boston Red Sox.
Op 3 augustus maakte hij zijn debuut in een uitwedstrijd tegen Milwaukee Brewers in County Stadium.
Toen hij de heuvel beklom had Wilhelmus Abraham Remmerswaal de langste volledige naam in het professionele honkbal.
Volgens de Amerikaanse schrijver Tom Boswell was Remmerswaal's debuut memorabel.
Nadat toenmalig Manager Don Zimmer naar de bullpen belde om Remmerswaal gereed te maken voor de wedstrijd kreeg hij te horen dat de werper er niet was, want hij stond ergens op een tribune pinda's te kopen.
Met Milwaukee op een 4-1 voorsprong in de 2e6 opende Cecil Cooper voor de thuisploeg met een homerun en volgde Sixto Lezcano met een honkslag.
Remmerswaal nam de pitching daarna over van starter Steve Renko en kreeg een double-play grounder van Ben Oglivie.
Hij kreeg daarna een homerun tegen van Gorman Thomas, wat Milwaukee op een 5-1 voorsprong zette.
Remmerswaal sloot het duel af en gooide de laatste drie innings.
Hij schakelde vier slagmensen met drie slag uit, waaronder de toekomstige Hall of Famer Paul Molitor.
Remmerswaal gooide ook drie slag op Thomas toen hij voor de tweede keer tegenover hem stond.
Toen Remmerswaal in de wedstrijd kwam stond hij op hetzelfde veld en in dezelfde line-up met een aantal van de beste spelers uit de Boston-historie: catcher Carlton Fisk, eerste honkman Bob Watson, tweede honkman Jack Brohamer, derde honkman Butch Hobson, korte stop Rick Burleson, linksvelder Carl Yastrzemski, midvelder Fred Lynn, rechtsvelder Dwight Evans en designated hitter Jim Rice.
Fisk en Yastrzemski werden later gekozen in de Hall of Fame.
Onder zijn andere teamgenoten in 1979 waren Gary Allenson, Jim Dwyer, Tom Poquette, Jerry Remy, Ted Sizemore en pitchers Tom Burgmeier, Joel Finch, Allen Ripley, Bob Stanley, Mike Torrez, John Tudor en een andere toekomstige Hall of Famer, Dennis Eckersley.
Remmerswaal gooide in acht wedstrijden voor Boston in zijn eerste Major League-seizoen en kwam tot zestien keer drie slag in twintig innings.
In zijn tweede optreden, op 5 augustus, eveneens tegen Milwaukee, kwam Remmerswaal in de vierde inning in de wedstrijd met een 8-0 voorsprong.
Hij gooide de volgende drie innings en kreeg zijn eerste Major League-overwinning op zijn naam.
En hij schakelde weer een toekomstige Hall of Famer met drie slag uit, Robin Yount.
In september 1979 organiseerde honkbal/softbal-magazine Inside voor de derde keer een Amerika-reis.
Tijdens die tour, in Fenway Park in Boston, ontving Win Remmerswaal de Gouden Eremedaille van de Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond (KNBSB) uit handen van toenmalig seretaris Theo Vleeshhouwer.
Met deze medaille eert de KNBSB personen voor speciale prestaties.
Marco Stoovelaar, de auteur van dit artikel, stond op het veld toen de Medaille werd uitgereikt aan Remmerswaal en filmde de huldiging.
De werper leek wat overweldigd te zijn en zei niet veel, maar uiteraard bedankte hij de KNBSB voor de onderscheiding.
Later zei Remmerswaal dat hij op dat moment eigenlijk gewoon wilde doorgaan met zijn wedstrijdvoorbereidingen en niet van al die aandacht hield.
Toen Win Remmerswaal op 3 augustus 1979 debuteerde werd hij de eerste in Nederland geboren en opgegroeide speler die de Major League bereikte.
Remmerswaal was de vijfde in Nederland geboren speler in de Majors, maar de overige vier groeiden in Amerika op.
De eerste was John Houseman, die in 1894-1897 in de Majors speelde.
Hierna volgden Bill Lelivelt en Jack Lelivelt, die beiden debuteerden in 1909.
De eerste speelde tot en met 1910, de tweede tot en met 1914.
Het duurde daarna tot 1970 voordat de volgende in Nederland geboren speler debuteerde en hij is de bekendste van allemaal.
Dat was natuurlijk pitcher Bert Blyleven, die werd geboren in Zeist, maar al op tweejarige leeftijd met zijn ouders naar de States verhuisde.
Blyleven speelde 23 seizoenen in de Majors (1970-1992) en werd gekozen in de Hall of Fame.
...Marco Stoovelaar interviewt Win's... ...voormalige Manager Don Zimmer... ...op Opening Day 1993... (© Foto: Coen/Marco Stoovelaar) |
Na Remmerswaal's debuut zou het tot 1993 duren voordat de tweede in Nederland geboren en opgegroeide speler de Major League bereikte.
Dat was outfielder Rikkert Faneyte, die in 1994 werd gevolgd door infielder Robert Eenhoorn.
In de hiernavolgende jaren zouden nog maar drie in Nederland geboren spelers volgen.
Eerst pitcher Rick van den Hurk in 2007 en daarna outfielder Greg Halman in 2010.
En in 2012 maakte korte stop Didi Gregorius zijn Major League-debuut.
Gregorius werd geboren in Amsterdam, woonde een paar jaar in de hoofdstad, maar groeide uiteindelijk op Curaçao op.
Sinds 2020 speelt Gregorius voor Philadelphia Phillies.
In 1980 begon Remmerswaal het nieuwe seizoen weer bij Pawtucket in Triple-A.
Maar in juni van dat jaar was hij weer terug in de Majors.
Op 21 juni maakte hij zijn rentree en gooide de laatste vijf innings tegen California Angels.
In het seizoen 1980 gooide Remmerswaal in veertien wedstrijden voor Boston en was 2-1 met 20 strikeouts.
Op 3 juli had Remmerswaal een uitstekend optreden tegen Baltimore Orioles.
Boston-starter Chuck Rainey verliet de heuvel met een blessure tijdens zijn tweede slagman in de eerste inning.
Remmerswaal nam het over en stond slechts twee honkslagen toe in zes innings, waarin hij tot vijf strikeouts kwam.
Boston won met 5-2 en Remmerswaal was de winnaar.
Onder zijn vijf strikeouts was weer een toekomstige Hall of Famer, Eddie Murray.
Hij schakelde Doug DeCinces en Pat Kelly beiden tweemaal met drie slag uit.
Onder Remmerswaal's nieuwe teamgenoten in 1980 waren Glenn Hoffman, Bob Ojeda, Dick Drago, Bruce Hurst en ook weer een toekomstige Hall of Famer, Tony Perez.
In totaal gooide Win Remmerswaal in 22 Major League-wedstrijden in 1979-1980 en kwam tot 36 keer drie slag in 55 innings.
In zijn professionele loopbaan (Majors en Minors samen) was Remmerswaal in 44 wedstrijden de winnende werper.
Zoals gezegd, toen Remmerswaal gooide voor Boston Red Sox was de overbekende Don Zimmer zijn Manager.
Jaren later, in 1993, was Zimmer de Bench Coach in het inaugurele seizoen van Colorado Rockies.
Op Opening Day 1993 speelde Colorado de allereerste wedstrijd tegen New York Mets in Shea Stadium.
Voor dat duel sprak de auteur van dit artikel met Zimmer over Remmerswaal.
,,Oh ja, ik herinner me Win zeer goed'', zei Zimmer toen.
,,Win kon heel hard gooien en had een uitstekende controle.
Ik was onder de indruk van hem, maar hij had soms ook wat problemen met zichzelf.
En hij hield er van om te dollen en grappen te maken.
Het was een speciaal persoon, maar ik hield van hem.
Het is triest dat hij later en na zijn loopbaan met gezondheidsproblemen kreeg te maken''.
Win Remmerswaal is altijd wel wat eccentriek geweest.
Ook toen hij in de Major League speelde haalde hij graag grappen uit terwijl hij in de bullpen zat van Fenway Park.
Hij bestelde bijvoorbeeld pizza's en ging graag in gesprek met toeschouwers.
Maar ook miste hij busritten en vliegreizen.
In 1981 arriveerde Remmerswaal laat in de USA vanwege visum-problemen.
Hij begon het seizoen ook nu weer bij Pawtucket en gooide in twintig wedstrijden.
Vanwege schouderproblemen (tendinitis) kwam Remmerswaal een paar keer op de 'disabled list' terecht.
Tijdens die momenten groeiden zijn drinkproblemen en zijn Amerikaanse loopbaan zou voortijdig eindigen.
...Win Remmerswaal, als Hoofd Coach van Amsterdam Pirates... ...in 1989, heeft plezier met zijn assistent Jaap Muts... (© Foto: Marco Stoovelaar) |
Maar tijdens het seizoen 1981 nam Remmerswaal ook deel aan een stukje historie, want hij gooide in de langste profwedstrijd ooit.
Op 18 april speelde Pawtucket thuis tegen Rochester Red Wings, het Triple-A team van Baltimore Orioles.
De wedstrijd begon een half uur later vanwege problemen met de stadionlichten.
In de 2e9 kwam Pawtucket langszij, 1-1.
De curfew-regel van de afdeling was 12:50 uur, maar deze regel stond niet genoemd in het spelregelboek van de Home Plate Umpire en dus werd de wedstrijd niet gestaakt.
Remmerswaal kwam in de 18e inning in de wedstrijd en gooide 4 1/3 inning.
Hij kreeg een punt tegen in de eerste helft van de 21e, maar Pawtucket kwam gelijk langszij en dus werd weer verder gespeeld.
Uiteindelijk kon contact worden opgenomen met de league-president en die bepaalde gelijk dat de wedstrijd onmiddellijk na afloop van de huidige inning moest worden afgebroken.
En zo, om 4:07 uur in de nacht, na afloop van de 32e inning, werd het duel gestaakt vanwege uitputting van een aantal spelers.
Zo was Rochester-catcher Dave Huppert in de eerste 31 innings de catcher geweest.
Er werd voorgesteld de wedstrijd later die dag (19 april) uit te spelen, maar dat gebeurde uiteindelijk op 23 juni.
Op die dag werd nog slechts één inning (en 18 minuten) gespeeld en Pawtucket won met 3-2.
In totaal nam de wedstrijd acht uur en 25 minuten in beslag.
27 voormalige of toekomstige Major Leaguers speelden in dit duel, waaronder Bruce Hurst, >Wade Boggs en Cal Ripken, Jr. en natuurlijk Remmerswaal.
Win Remmerswaal keerde weer terug naar de Boston-organisatie voor het seizoen 1982, maar hij werd nog altijd geplaagd door armproblemen.
Hij werd ingedeeld in het Single-A team in Winter Haven, daarna het Double-A team in Bristol.
Maar vanwege zijn gezondheidsproblemen gooide hij niet en werd 'released'.
Remmerswaal keerde terug naar Nederland en ging in 1983 in Italië spelen.
Daar hervond hij wat van zijn pitching-vorm en werd één van de heuveltroeven voor Parma Angels, dat destijds de meest dominante en succesvolle ploeg was in de Italiaanse competitie.
Het was de club van bekende spelers als Salvatore Varriale en Giorgio Castelli en werd geleid door bestuurders als Aldo Notari.
Terwijl hij in Parma speelde ontmoette Win Clotilde Zangarini, met wie hij trouwde en een dochter kreeg.
Helaas werd het huwelijk na een paar jaar ontbonden, maar in latere jaren bleven ze wel goed contact houden.
Ondanks zijn problemen en soms uitbundige gedrag speelde Remmerswaal ook in 1984 en 1985 weer voor Parma.
In zowel 1983 en 1984 won Parma het Europa Cup-toernooi.
Remmerswaal toonde aan dat hij nog altijd goed kon gooien tijdens het toernooi in 1984.
Hij leidde Parma naar de toernooi-winst en won de prijs voor Beste Werper.
Maar na het seizoen 1985 kwam het tot een breuk tussen Remmerswaal en Parma.
Hierna speelde hij nog kort in twee andere seizoenen in de Italiaanse competitie.
In 1986 gooide hij voor Nettuno en in 1987 kwam hij uit voor San Marino.
...Win Remmerswaal begeleidt zijn... ...dochter nadat ze de ceremoniële... ...eerste bal heeft gegooid op Opening... ...Day 1989 voor de eerste thuiswedstrijd... ...van Amsterdam Pirates... ...Rechts is catcher Ronald Stoovelaar... (© Foto: Marco Stoovelaar) |
In 1989 begon Win Remmerswaal aan een nieuwe loopbaan in het honkbal, want hij was toen de Hoofd Coach van Amsterdam Pirates in de Hoofdklasse.
Dit zou zijn enige seizoen blijven als Hoofd Coach.
Het kan niet worden ontkend dat Remmerswaal enorm veel honkbalkennis had, vooral over pitching.
Hij wist waar hij over praatte en hij kon uitstekende trainingen in elkaar zetten.
Echter, als Hoofd Coach van Pirates toonde Remmerswaal wederom wat van zijn soms eccentrieke gedrag.
In een uitwedstrijd bij HCAW in Bussum arriveerde hij te laat, net voordat de wedstrijd begon.
Toen hij in de dug-out kwam begon hij onmiddellijk wijzigingen te maken in de startende line-up die was gemaakt door zijn Assistent Coach Jaap Muts.
Echter, doordat de startende line-up al was ingeleverd bij de Home Plate Umpire was de opstelling officiëel en dus werden het wissels, zodat de spelers die Remmerswaal had vervangen niet meer inzetbaar waren in de wedstrijd.
In een andere wedstrijd tijdens het seizoen 1989, bij ADO in Den Haag, ging Win Remmeswaal regelmatig in discussie over slag-en-wijd met ervaren Home Plate Umpire Fred de Kramer.
Op een bepaald moment, ergens in de vierde inning, leverde Remmerswaal wederom kritiek over de slagzone van De Kramer.
Dit keer onderstreepte hij zijn woorden met een andere actie.
Terwijl hij bleef doorgaan over de beslissingen, gooide Remmerswaal een zak vol ballen leeg en zo rolden er zo'n 30-40 ballen richting de verbouwereerde De Kramer bij de thuisplaat.
,,Zoveel ballen heb je gemist'', schreeuwde Remmerswaal over het veld.
De Kramer staakte de wedstrijd, die later verloren werd verklaard voor Pirates.
De club moest een boete betalen en Remmerswaal kreeg een schorsing.
Hoewel het seizoen en de samenwerking met Remmerswaal niet helemaal soepel verliep eindigde Amsterdam Pirates toch op de tweede plaats in de reguliere competitie met een 24-12 'record' en plaatste zich voor de Play-Offs.
Daarin werd Pirates uitgeschakeld voor de Holland Series en eindigde op de vierde plaats.
Na het seizoen gingen Pirates en Remmerswaal uit elkaar.
De spelers voor Amsterdam Pirates in dat seizoen waren Wismar Ansjeliena, Reggie Barringer, Hans Bodemann, Peter Boon, Marcel Bijvank, Tonny Cohen, Peter van Erk, Martijn Faneyte, Rikkert Faneyte, Jan van Gorkum, Didi Gregorius, Frank Koot, Geza Kovacs, Peter Meijers, Hans van Renselaar en Ronald Stoovelaar.
En zo had Remmerswaal de leiding over een ervaren groep spelers, waaronder de tweede in Nederland geboren en opgegroeide Major Leaguer (Faneyte) en de vader van een toekomstige Major Leaguer (Gregorius).
Remmerswaal werd geassisteerd door Jaap Muts.
Coen Stoovelaar was de Team Manager, Marco Stoovelaar (de schrijver van dit artikel) was de Team Scorer, Bas Spanger was de Equipment Manager en Ed Joustra was de Fysiotherapeut.
In het volgende jaar volgde Ted Arnold Remmerswaal als Hoofd Coach op en leidde de ploeg naar de tweede kampioenstitel.
Remmerswaal keerde zelf terug naar Italië waar hij in 1990 Pitching Coach was van Nettuno.
Hierna, in 1991 en 1992, was Remmerswaal in Italië pitching-instructor in Italië in de regio Rimini.
Kort daarna werd de familie Remmerswaal getroffen door het noodlot.
Win's broers Harry, Jerry en Hans overleden kort na elkaar in een periode van vier jaar (1993-1997).
Hun moeder Truus overleed in 2001.
Intussen had Win zelf nog altijd te maken met alcohol-problemen.
In december 1997 werd hij getroffen door een zware longontsteking, raakte in coma en lag zo'n drie weken in kritieke toestand.
Hij liep hersenschade op, maar zijn centrale zenuw-systeem was aangetast.
Remmerswaal ontwaakte uit zijn coma, maar herstelde niet meer van zijn gezondheidsproblemen.
Helaas kon de voormalige werper zich sindsdien alleen maar voortbewegen in een rolstoel en woonde hij in een verpleeghuis in Den Haag, waar hij dagelijks werd bezocht en verzorgd door zijn bejaarde vader Jaap (die in 2018 overleed).
In de voorbije jaren had Remmerswaal goede en slechte dagen.
Op goede dagen kon hij uren praten over zijn professionele loopbaan en over honkbal.
Hij kon je dan ook aankijken met zijn bekende, priemende, felblauwe ogen, herkende iedereen en toonde aan dat honkbal nog altijd zijn meest favoriete passie was.
...TV-West documentaire 'An Almost Perfect Game' (2010)... |
Tijdens de Haarlemse Honkbal Week van 2006 kreeg Remmerswaal bezoek van zijn voormalige teamgenoot Bruce Hurst, met wie hij zowel in de Minors als de Majors samenspeelde bij Boston Red Sox.
In de Minors waren de twee werpers ook kamergenoot.
Tijdens de Honkbal Week was Hurst de Pitching Coach van de Nationale Ploeg van China, dat toen deelnam aan het internationale evenement in Haarlem.
Hurst wilde zijn Red Sox-vriend bezoeken en dankzij De Telegraaf werd dit geregeld.
Remmerswaal had een uitstekende dag en de twee haalden vele herinneringen op en spraken langdurig met elkaar.
Hurst herinnerde zich toen bijvoorbeeld dat wanneer de twee in de bullpen zaten, Remmerswaal allerlei technische verhalen kon vertellen, vanwege zijn technische studie.
De schrijver van dit artikel begeleidde Hurst tijdens het bezoek en interviewde beide werpers voor zowel De Telegraaf als het dag-bulletin van de Honkbal Week, Leesvoer.
Hurst vertelde dat Remmerswaal altijd een goede vriend is geweest tijdens hun gezamenlijke profseizoenen en dat ze samen vele memorabele momenten delen terwijl ze in de bullpen waren of op hotelkamers.
,,We probeerden allebei door te dringen in de Major League'', vertelde Hurst.
,,Win was een prima gozer.
,,Ik wist dat hij gezondheidsproblemen had en het doet me verdriet dat hij in een verpleeghuis woont en in een rolstoel zit.
Maar ik heb genoten van dit bezoek toen ik deze kans kreeg.
Het was fantastisch hem weer te zien en weer met hem te praten''.
Tijdens het bezoek aan het verpleeghuis in Den Haag had Win de hele tijd een brede lach op zijn gezicht en hij herkende Hurst onmiddellijk.
,,We hebben samen veel gelachen en soms moet je wel eens wat bijzonders doen als je je verveelt in de bullpen'', zei Win toen.
Bruce Hurst gooide vijftien seizoenen (1980-1994) in de Major League voor vier clubs, waavan de eerste negen seizoenen bij Boston Red Sox.
Remmerswaal kreeg ook nog bezoek van de voormalige Italiaanse pitching-legende Giulio Glorioso, de Italiaanse heuveltroef in de jaren vijftig en zestig.
Dat bezoek was geregeld door Pim van Nes toen Glorioso een bezoek bracht aan het World Port Tournament in Rotterdam.
Tijdens zijn hele loopbaan is Win Remmerswaal altijd gedreven en gepassioneerd geweest over honkbal.
Hij wilde altijd zijn prestaties verbeteren, wilde in een sterke ploeg met een goede instelling spelen en wilde het hoogst mogelijke bereiken.
Daarin slaagde hij uiteindelijk, want hij werd niet alleen een heuveltroef in de Hoofdklasse en het Nederlands Team, maar hij werd ook de eerste in Nederland geboren en opgegroeide speler (en ook uit Europa), die de Major League bereikte.
Helaas kreeg Win tijdens zijn loopbaan en zijn leven regelmatig te maken met inzinkingen, tragedies, tegenvallers en gezondheidsproblemen.
Maar niemand kan ontkennen dat Wilhelmus Abraham Remmerswaal één van de beste Nederlandse werpers ooit is geweest.
In november 2010 maakte het lokale TV-station TV West (Den Haag) een documentaire van 20 minuten over Win Remmerswaal, met als titel 'An Almost Perfect Game', gemaakt door Jan Hermsen.
In 2012 haalde zijn voormalige club Storks rugnummer 49 uit de roulatie.
Het was met dit nummer dat Remmerswaal in de Major League speelde voor Boston Red Sox.
De webmaster van Grand Slam * Stats & News condoleert de familie en vrienden van Win en wenst hen veel sterkte met dit grote verlies.
(27 juli)
|