Grand Slam * Stats & News
Updated: 17 januari 2023
Info, Uitslagen & Statistieken
Index Headlines
Honkbal Uitslagen & Stats
Softbal Dames Uitslagen & Stats
Softbal Heren Uitslagen & Stats
Copyright © 1997-2023
Grand Slam/Marco Stoovelaar

Internationaal Honkbal
Headlines
Samenstelling & Copyright © 1997-2023 by Marco Stoovelaar




(Tekst & Foto: Marco Stoovelaar)

IN MEMORIAM

...Bill Campbell...
(1948 - 2023)
Voormalig relief-grootheid Bill Campbell overleden; Was teamgenoot van Bert Blyleven, Win Remmerswaal
English

PALATINE, Illinois (USA) - Bill Campbell, die in de jaren zeventig één van de beste relievers en closers was, is op vrijdag 6 januari op 74-jarige leeftijd overleden. Bericht werd dat de voormalige werper de strijd tegen kanker heeft verloren en is overleden in een hospice in Palatine, Illinois, een voorstad van Chicago. Campbell speelde vijftien seizoenen (1973-1987) in de Major League voor zeven clubs.

In zijn loopbaan is Campbell teamgenoot geweest van twee Nederlandse spelers. Als speler van Minnesota Twins was hij teamgenoot van de in Nederland geboren pitcher Bert Blyleven, die opnieuw de Pitching Coach zal zijn van het Nederlands Team tijdens de komende World Baseball Classic in maart. En toen hij uitkwam voor Boston Red Sox was één van zijn teamgenoten de in Nederland geboren en opgegroeide werper Win Remmerswaal, die vorig jaar overleed.

William Richard (Bill) Campbell werd geboren op 9 augustus 1948 in Highland Park, Michigan, maar groeide op in California, waar hij ook naar school ging.

Nadat hij in september 1970 was gecontracteerd door Minnesota Twins was Campbell aanvankelijk een startende werper in de Minor Leagues. Hij begon zijn professionele loopbaan in 1971 toen hij speelde in het Single-A team van de organisatie. In negen wedstrijden (acht starts) was hij 5-3 met een 1.14 ERA en 91 strikeouts in 63 innings. In het volgende seizoen (1972) speelde Campbell in Double-A en was 13-10 in 29 wedstrijden (allemaal starts) met een 2.42 ERA en 204 strikeouts.

In 1973 begon Campbell het seizoen in Triple-A en was wederom een startende werper. Hij begon 18 wedstrijden en was 10-5 met 110 strikeouts. Tijdens het seizoen 1973 werd Campbell opgeroepen naar het Major League-team. Op 14 juli maakte de rechtshander zijn debuut toen hij in relief gooide voor Minnesota in Metropolitan Stadium, de voormalige thuishaven van de ploeg in Bloomington, tegen Cleveland Indians. Met Cleveland op een 3-0 voorsprong werd Campbell in de eerste helft van de negende inning ingezet en nam het werpen over van starter Jim Kaat. Met één uit kreeg Campbell een honkslag tegen van Charlie Spikes, maar hierna schakelde hij volgende slagmensen Chris Chambliss en Rusty Torres met drie slag uit.

Dit was niet alleen zijn Major League-debuut, het was ook het begin van zijn loopbaan als reliever en voornamelijk als closer. Later in het seizoen 1973 gooide Campbell in nog eens 27 wedstrijden. In totaal gooide hij in twintig wedstrijden als closer. Hij was ook tweemaal startende werper voor Minnesota. Campbell maakte zijn eerste start op 10 augustus in een uitduel bij Milwaukee Brewers. Hij gooide toen de eerste 3 2/3 inning en was de verliezende werper in een 5-1 nederlaag. Als closer verdiende hij zijn eerste winst vijf dagen later in een thuiswedstrijd tegen Detroit Tigers. Campbell gooide toen de laatste drie innings in relief van een 9-7 winst. Minnesota stond met 7-5 voor toen Campbell in het duel kwam met een loper op het eerste honk in de 1e7. Die loper scoorde en Detroit kwam langszij in de achtste. Maar in de 2e8 hernam Minnesota de leiding, dankzij een 2-run homerun van Larry Hisle. Hierdoor werd Campbell de pitcher-of-record, waarna hij drie slagmensen op rij uitschakelde in de negende. De laatste uit kwam op een grounder van Detroit-legende en toekomstig Hall of Famer Al Kaline.

Op 27 augustus kreeg Campbell zijn eerste Major League-save op zijn naam toen hij de laatste 2/3 inning gooide in een 5-3 winst tijdens een uitwedstrijd bij Detroit Tigers. Drie dagen later verdiende Campbell zijn tweede save toen hij de voorsprong veiligstelde als closer voor Bert Blyleven, die in Zeist werd geboren, maar al op tweejarige leeftijd naar Amerika verhuisde. In een uitwedstrijd tegen Texas Rangers was Blyleven de starter voor Minnesota. Met de stand op 1-1 na negen innings volgde een puntloze tiende inning. Minnesota kwam daarna tot een rally van vier punten in de 1e11. Met Minnesota nu op een 5-1 voorsprong keerde Blyleven terug op de heuvel in de 2e11, maar hij kreeg toen een tweehonkslag tegen van Jim Fregosi en een honkslag van Larry Biittner. Met lopers 'op de hoeken' nam Campbell het werpen over in wat nu een save-situatie was geworden. Campbell werd begroet met een puntscorende honkslag van Vic Harris, maar hierna werd hij gesteund met een dubbelspel en een grounder eindigde de wedstrijd.

...Baseball-card 1974...
In zijn eerste 'big league'-seizoen schakelde Campbell 42 slagmensen met drie slag uit in 51 2/3 inning en was 3-3 met een 3.14 ERA en zeven saves.

In 1974, zijn tweede seizoen, werd Campbell, bijgenaamd 'Soup', ingezet in 63 wedstrijden als reliever, waarvan 55 als closer. Hij was 8-7 met een 2.62 ERA en 19 saves en kwam tot 89 strikeouts.

In het volgende seizoen (1975) gooide Campbell in 47 wedstrijden, dit keer inclusief zeven starts, maar ook 28 als closer. In twee van zijn starts gooide Campbell een complete wedstrijd. Op 21 juni gooide hij het hele duel in een 8-3 winst tegen Chicago White Sox. En op 4 juli gooide Campbell een 'complete game' 8-0 shutout tegen Texas Rangers. Dit zou het laatste seizoen zijn, waarin Campbell een wedstrijd zou starten.

In wat één van zijn beste seizoenen werd, was Campbell de leidende reliever in de Major League in 1976. De rechtshander voerde de American League aan door in 78 wedstrijden te gooien en hij leidde de hele Major League door er 68 daarvan te gooien als closer. Behalve dat hij 20 saves op zijn naam kreeg was Campbell ook nog winnende werper in 17 wedstrijden. Daarmee evenaarde hij het Major League-record voor meeste overwinningen door een reliever in een seizoen, wat in 1974 was gerealiseerd door John Hiller. Campbell was 17-5 met een 3.01 ERA en 115 strikeouts. Na afloop van het seizoen 1976 werd Campbell de eerste winnaar van de American League Rolaids Relief Man Award. Tot en met 2012 werd deze prijs jaarlijks uitgereikt aan de top relief-pitcher in zowel de American als National League.

Nadat Bill Campbell na het seizoen 1976 Free Agent was geworden werd hij binnen een week gecontracteerd door Boston Red Sox in november van dat jaar. In begin juni van het seizoen 1976 had Minnesota Bert Blyleven geruild naar Texas Rangers, samen met Danny Thompson, voor vier spelers.

Onder Campbell's teamgenoten in al zijn vier seizoenen bij Minnesota waren Steve Braun, Steve Brye, Rod Carew, Larry Hisle, Tony Oliva, Jerry Terrell, Danny Thompson en collega werpers Vic Albury, Bert Blyleven, Joe Decker en Dave Goltz. Andere teamgenoten waren onder meer Glenn Borgmann, Lyman Bostock, Mike Cubbage, Bobby Darwin, Dan Ford, Jim Holt, Harmon Killebrew, Craig Kusick, Joe Lis, George Mitterwald, Bob Randall, Phil Roof, Roy Smalley, Eric Soderholm, Danny Walton, Butch Wynegar en pitchers Tom Burgmeier, Ray Corbin, Bill Hands, Jim Kaat, Steve Luebber en Bill Singer. Van deze spelers werden Carew (1991), Oliva (2022), Blyleven (2011), Killebrew (1984) en Kaat (2022) allemaal gekozen in de National Baseball Hall of Fame.

Na in november 1976 te hebben getekend bij Boston Red Sox speelde Bill Campbell in vijf seizoenen voor de ploeg tot en met 1981.

In zijn eerste seizoen bij Boston (1977) was Campbell wederom de belangrijkste closer en hij speelde bovendien in zijn enige All-Star Game. Hij werd ingezet in 69 wedstrijden, waaronder een 'league-leading' totaal van 60 als closer. Campbell voerde de American League ook aan met 31 saves. Hij was 13-9 met een 2.96 ERA en had 114 strikeouts in 140 innings. Voor de tweede keer op rij won Campbell de Relief Man Award in de American League.

Na afloop van het seizoen 1977 begon Campbell last te krijgen van zijn arm en kreeg te maken met wat blessures. Hoewel hij nog altijd werd ingezet als closer kwam Campbell niet meer zo vaak in actie, zoals hij dat in voorgaande seizoenen had gedaan. In 1978 gooide Campbell in slechts 29 wedstrijden, waarvan twintig als closer, en was 7-5 met slechts vier saves. In het volgende seizoen (1979) had hij 41 heuvel-optredens, waaronder 23 als closer. Campbell was 3-4 met negen saves.

...In 1976, Bill Campbell en Rawly Eastwick waren...
...de eerste winnaars van de Relief Man Award...
...Baseball-card 1976...
Begin augustus 1979 kreeg Campbell in de Boston-bullpen gezelschap van Win Remmerswaal, die was toegevoegd aan het Major League-team en daarmee de eerste in Nederland geboren en opgegroeide speler werd die de Major League bereikte. Remmerswaal maakte zijn debuut op 3 augustus. Twee dagen later gooiden Remmerswaal en Campbell beiden in dezelfde wedstrijd. In een uitduel bij Milwaukee Brewers was Dick Drago de starter voor Boston. Met Boston op een 8-0 voorsprong nam Remmerswaal de pitching over van Drago in de 2e4. Hij kreeg drie nullen op rij, maar moest vervolgens drie honkslagen en twee punten toestaan in de vijfde inning, nadat Boston zelf ook weer driemaal had gescoord. In de zesde scoorde Boston tweemaal, waarna Remmerswaal weer een punt moest incasseren in de 2e6. In de zevende inning werd Remmerswaal opgevolgd door Tom Burgmeier, die ook Campbell's teamgenoot was bij Minnesota. Burgmeier kwam bij Boston als Free Agent in februari 1978. Nadat Burgmeier twee innings had gegooid en nu met een 19-4 voorsprong voor Boston, gooide Campbell de negende inning en stond nog een onverdiend punt toe. Boston won met 19-5 en Remmerswaal kreeg zijn eerste Major League-winst op zijn naam.

Campbell en Remmerswaal gooiden ook weer samen in dezelfde wedstrijd op 8 augustus in een 8-2 nederlaag op eigen veld tegen Cleveland Indians. Starter (en verliezende werper) Steve Renko werd in de vierde inning afgelost door Remmerswaal, die daarna 1 1/3 inning gooide. Met lopers op het eerste en derde honk en één uit in de zesde inning nam Campbell het werpen over van Remmerswaal. Hij gooide 3 2/3 inning, gaf drie vrije lopen weg en stond vier honkslagen en twee punten toe.

Op 3 september gooiden Remmerswaal en Campbell voor de derde (en laatste) keer samen in dezelfde wedstrijd, dit keer in een 10-6 nederlaag bij New York Yankees. Dennis Eckersley startte voor Boston, waarna Joel Finch en Tom Burgmeier volgden. Met twee uit en een loper op het derde honk in de 2e8 nam Remmerswaal het heuvelwerk over van Finch. Maar hij kreeg een RBI-triple tegen van Willie Randolph, gevolgd door een puntscorende honkslag van Juan Beniquez. Hierna werd Remmerswaal afgelost door Campbell, die een inning-afsluitende grounder kreeg van Reggie Jackson.

Nog altijd geplaagd door armproblemen gooide Campbell ook in beduidend minder wedstrijden in de seizoenen 1980 en 1981. In 1980 gooide Campbell in 23 wedstrijden en waren Tom Burgmeier en Bob Stanley de voornaamste closers. Hij kreeg geen save op zijn naam, maar was in vier wedstrijden winnende werper. Ook in 1980 was Campbell weer teamgenoot van Remmerswaal, die dit keer in juni aan de ploeg werd toegevoegd. Tijdens het seizoen gooiden Campbell en Remmerswaal vijfmaal samen in dezelfde wedstrijd. In het seizoen 1981 gooide de rechtshander in 30 wedstrijden, waaronder 23 als closer en hij was 1-1 met zeven saves.

Na afloop van het seizoen 1981 was Campbell een Free Agent. Dit keer tekende hij in december 1981 een nieuw contract bij Chicago Cubs.

...Bekende coach Don Zimmer was...
...Campbell's Manager in vier...
...seizoenen bij Boston Red Sox...
...Op de foto is Zimmer de...
...Bench Coach van Colorado...
...Rockies in 1993...
(© Foto: Marco Stoovelaar)
In vier van zijn vijf seizoenen bij Boston stond de ploeg onder leiding van de bekende Manager Don Zimmer. Ralph Houk was de Manager in zijn vijfde seizoen. In al zijn vijf seizoenen waren Dwight Evans, Jim Rice, Carl Yastrzemski en pitcher Bob Stanley teamgenoten. In vier van zijn seizoenen waren onder zijn teamgenoten Rick Burleson, Carlton Fisk, Butch Hobson, Fred Lynn, Jerry Remy en pitchers Tom Burgmeier, Dennis Eckersley en Mike Torrez. Onder zijn overige teamgenoten waren Gary Allenson, Jack Brohamer, Bernie Carbo, Denny Doyle, Frank Duffy, Jim Dwyer, Rich Gedman, Glenn Hoffman, Carney Lansford, Tony Perez, Joe Rudi, George Scott, Dave Stapleton, Bob Watson en pitchers Reggie Cleveland, Dick Drago, Joel Finch, Bruce Hurst, Ferguson Jenkins, Bill Lee, Chuck Rainey, Win Remmerswaal, Steve Renko, Frank Tanana, Luis Tiant en John Tudor. Van deze groep werden Rice (2009), Yastrzemski (1989), Fisk (2000), Eckersley (2004) en Jenkins (1991) allemaal opgenomen in de Hall of Fame.

In 1982 en 1983 speelde Bill Campbell voor Chicago Cubs en keerde hij weer terug in zijn rol van voornaamste reliever en closer. Hoewel hij niet meer zo domineerde zoals hij had gedaan in 1974-1977 gooide Campbell in beide seizoenen toch weer in 60 of meer wedstrijden. In 1982 werd Campbell ingezet in 62 wedstrijden, waaronder 39 als closer en deelde de rol met Willie Hernández (30 wedstrijden als closer) en Lee Smith (38). Campbell sloot het seizoen af met een 3-6 'record', acht saves en een 3.69 ERA. Bij Chicago speelde Campbell weer samen met Ferguson Jenkins en Allen Ripley, die ook zijn teamgenoten waren bij Boston in respectievelijk 1977 en 1978-1979.

In het volgende seizoen (1983) leidde Campbell de hele Major League door in 82 wedstrijden te gooien. In 46 daarvan was hij de closer voor Chicago. Lee Smith was in die jaren Chicago's belangrijkste closer, Hij sloot 56 van de 66 wedstrijden waarin hij gooide als werper af. De derde reguliere closer dit seizoen was Warren Brusstar, die 21 wedstrijden afsloot. In dit seizoen werd Campbell in de bullpen herenigd met Chuck Rainey, een andere teamgenoot in drie seizoenen bij Boston (1979-1981). Rainey werd door Boston naar Chicago geruild in december 1982. In 1983 was Campbell 6-8 met acht saves en een 4.49 ERA en 97 strikeouts in 122 1/3 inning. Hij voerde de American League aan met het uitdelen van 18 opzettelijke vrije lopen.

Onder Campbell's teamgenoten bij Chicago waren Larry Bowa, Bill Buckner, Ron Cey, Jody Davis, Mike Diaz, Leon Durham, Mel Hall, Jay Johnstone, Junior Kennedy, Bob Molinaro, Jerry Morales, Keith Moreland, Ryne Sandberg, Pat Tabler, Bump Wills, Gary Woods en pitchers Doug Bird, Warren Brusstar, Willie Hernández, Ferguson Jenkins, Dickie Noles, Chuck Rainey, Rick Reuschel, Allen Ripley, Lee Smith en Dick Tidrow. Zoals geschreven werd Jenkins gekozen in de Hall of Fame in 1991. Uit deze groep werden ook Sandberg (2005) en Smith (2019) opgenomen in de Hall of Fame.

In maart 1984, een week voor aanvang van het nieuwe seizoen, werd Campbell (samen met Mike Diaz) door Chicago geruild naar Philadelphia Phillies in een transfer van vijf spelers.

In zijn enige seizoen bij Philadelphia gooide Campbell in 57 wedstrijden, waarvan 24 als closer. Al Holland was de voornaamste closer van de ploeg, want hij was in 61 van zijn 68 wedstrijden de laatste werper. Een andere bekende reliever/closer in het Philadelphia-team in dit seizoen was Tug McGraw, die uitkwam in zijn 19e en laatste Major League-seizoen. Campbell was 6-5 met een 3.43 ERA en kreeg maar één save op zijn naam.

...In 1977 won Bill Campbell zijn tweede Relief Award...
...Rollie Fingers was de winnaar in de National League...
...Baseball-card 1977...
Onder zijn teamgenoten bij Philadelphia waren Tim Corcoran, Iván De Jesús, Greg Gross, Von Hayes, Sixto Lezcano, Garry Maddox, Len Matuszek, Juan Samuel, Mike Schmidt, Ozzie Virgil, Glenn Wilson, John Wockenfuss en pitchers Larry Andersen, Steve Carlton, Al Holland, Jerry Koosman en Tug McGraw. Carlton (1994) en Schmidt (1995) waren toekomstige Hall of Famers.

De volgende wijziging in Campbell's loopbaan kwam in april 1985. Drie dagen voor het begin van het nieuwe seizoen werden de werper en Iván De Jesús door Philadelphia geruild naar St. Louis Cardinals.

Campbell speelde ook in maar één seizoen voor St. Louis, dat onder leiding stond van de bekende Manager Whitey Herzog. Hij gooide in 50 wedstrijden, waarvan 18 als closer, was 5-3 met een 3.50 ERA en vier saves. Met St. Louis speelde Campbell in zijn enige World Series. In de National League Championship Series gooide de rechtshander in drie wedstrijden, waarvan één als closer. In de World Series tegen Kansas City Royals beklom Campbell de heuvel ook driemaal, gooide vier innings en schakelde vijf slagmensen met drie slag uit. Kansas City won de Series, 4-3.

Onder zijn teamgenoten bij St. Louis was Steve Braun, met wie Campbell samenspeelde bij Minnesota Twins in vier seizoenen (1973-1976). Andere teamgenoten waren onder meer César Cedeño, Jack Clark, Vince Coleman, Iván De Jesús, Tom Herr, Mike Jorgensen, Tito Landrum, Willie McGee, Tom Nieto, Terry Pendleton, Darrell Porter, Lonnie Smith, toekomstig Hall of Famer Ozzie Smith (2002), Andy Van Slyke en pitchers Joaquín Andújar, Danny Cox, Bob Forsch, Ricky Horton, Jeff Lahti, Todd Worrell en voormalig Boston-teamgenoot John Tudor.

Na afloop van het seizoen 1985 werd Campbell in november van dat jaar 'released' door St. Louis. Hij tekende daarna in januari 1986 bij Detroit Tigers.

In zijn enige seizoen bij Detroit gooide Campbell in 34 wedstrijden, waaronder 19 als closer. Hij kreeg drie saves op zijn naam en was 3-6 met een 3.88 ERA en 37 strikeouts.

De befaamde Sparky Anderson was de Manager van Detroit en onder zijn teamgenoten waren Tom Brookens, Darnell Coles, Dave Collins, Darrell Evans, Kirk Gibson, Johnny Grubb, Larry Herndon, Chet Lemon, Lance Parrish, Pat Sheridan, Alan Trammell, Lou Whitaker en pitchers Willie Hernández, Jack Morris, Randy O'Neal, Dan Petry, Jim Slaton, Frank Tanana, Walt Terrell en Mark Thurmond. Hernández was ook een teamgenoot bij Chicago (1982) en Tanana bij Boston (1981). Morris en Trammell werden beiden in 2018 gekozen in de Hall of Fame.

In oktober 1986 werd Bill Campbell 'released' door Detroit. Dit keer moest hij langer wachten op een nieuwe club, maar in maart 1987 tekende hij bij Montreal Expos, zijn vijfde nieuwe team in vijf jaar en zesde in zeven seizoenen.

...Bill Campbell was teamgenoot van Nederlandse pitchers...
...Bert Blyleven (1973-1976) en Win Remmerswaal (1979-1980)...
...Baseball-cards 1974 (Blyleven) en 1981 (Remmerswaal)...
Zijn verblijf bij Montreal eindigde op 1 mei 1987, want toen werd hij 'released'. In zijn enige maand bij de Canadese club gooide Campbell in zeven wedstrijden, waarvan één als closer. Hij gooide tien innings, had vier strikeouts en was 0-0 met een 8.10 ERA.

Onder zijn teamgenoten bij Montreal waren Hubie Brooks, Casey Candaele, Mike Fitzgerald, Tom Foley, Andres Galarraga, Wallace Johnson, Vance Law, Tim Raines (die in 2017 werd gekozen in de Hall of Fame), Tim Wallach, Mitch Webster, Herm Winningham en pitchers Tim Burke, Neal Heaton, Dennis Martínez, Bob McClure, Andy McGaffigan, Jeff Parrett, Lary Sorensen en Randy St. Claire.

Nadat hij in mei 1987 door Montreal was 'released' eindigde Campbell's Major League-loopbaan. Echter, hij vervolgde zijn loopbaan in de Senior Professional Baseball Association (SPBA), een winter league-competitie die oorspronkelijk was gevestigd in Florida voor spelers van 35 jaar en ouder, maar slechts kort heeft bestaan. Er waren veel bekende voormalige Major League-spelers actief in deze league, waaronder toekomstige Hall of Famers Rollie Fingers, Ferguson Jenkins en Jim Rice. Maar bijvoorbeeld ook Joaquín Andújar, Vida Blue, de 47-jarige Bert Campaneris, Graig Nettles en Mickey Rivers.

In deze league werden slechts twee seizoenen gespeeld. In het seizoen 1989-1990 namen acht teams deel en speelde Bill Campbell voor Winter Haven Super Sox, waar zijn voormalige Boston-teamgenoot Bill Lee begon als speler/manager, maar al na zeven wedstrijden werd vervangen. Campbell gooide in 35 wedstrijden, kreeg vijf saves op zijn naam, was 6-2 en leidde de league met een 2.12 ERA.

Na het eerste seizoen werden vier van de acht teams opgeheven. In het tweede seizoen (1990-1991) waren er zes teams, vier in Florida, één in Arizona en één in California. Maar halverwege het seizoen eindigde de competitie, nadat de SPBA eind december 1990 werd opgeheven. In dit tweede seizoen gooide Campbell in tien wedstrijden voor het in Arizona gevestigde Sun City Rays.

In zijn 15-jarige Major League-loopbaan gooide Bill Campbell in precies 700 wedstrijden, waaronder 455 als closer. Hij startte negen wedstrijden, waarvan hij er twee compleet uitgooide. Campbell kreeg 126 saves op zijn naam, was 83-68 en sloot zijn loopbaan met een 3.54 ERA. In 1.229 1/3 inning schakelde de rechtshander 864 slagmensen met drie slag uit en gooide hij 495 keer vier wijd.

Campbell was Minor League Pitching Coach in de Milwaukee Brewers-organisatie in 1992-1994 (Triple-A) en 1996 (Single-A). Hij keerde daarna terug in de Major League toen hij de Pitching Coach was van Milwaukee Brewers. In latere jaren was hij coach van jeugdteams in de regio Chicago, waar hij woonde.

De webmaster van Grand Slam * Stats & News condoleert de familie en vrienden van Bill Campbell en wenst hen veel sterkte met dit grote verlies.

(17 januari)



Bedankt voor het bezoeken van deze site.
Mail suggesties en vragen naar stoov@wxs.nl
Copyright © 1997-2023 Marco Stoovelaar / Grand Slam * Stats & News.