(Tekst: Marco Stoovelaar)
IN MEMORIAM
...Joe Morgan... (1943 - 2020) |
Cincinnati Reds (Big Red Machine) legende en Hall of Famer Joe Morgan overleden
English
DANVILLE, California (USA) -
Joe Morgan, de legendarische tweede honkman uit de glorieuze periode van Cincinnati Reds toen de ploeg bekend stond als 'The Big Red Machine', is op zondag 11 oktober op 77-jarige leeftijd overleden.
De infielder, die algemeen wordt gezien als één van de beste tweede honkmannen ooit, speelde in 22 Major League-seizoenen voor vijf clubs, was tweemaal Meest Waardevolle Speler, won twee World Series en werd in 1990 opgenomen in de Hall of Fame.
In 2015 werd bij Morgan Myelodysplastisch syndroom (beenmergziekte) geconstateerd, dat zich ontwikkelde tot leukemie.
Het is een zware tijd voor Major League Baseball en honbalfans wereldwijd, want opnieuw is een geliefde en legendarische speler en Hall of Famer en een icoon voor velen overleden.
Op maandag 31 augustus overleed heuvel-legende Tom Seaver op 75-jarige leeftijd.
Minder dan een week later, op zondag 6 september, overleed de legendarische St. Louis Cardinals-outfielder en Gestolen Honken-leider Lou Brock op 81-jarige leeftijd.
Op vrijdag 2 oktober overleed de legendarische St. Louis Cardinals-pitcher Bob Gibson op 84-jarige leeftijd.
Op donderdag 8 oktober overleed de legendarische New York Yankees-linkshander Whitey Ford op 91-jarige leeftijd.
Eerder dit jaar moest de honkbalwereld afscheid nemen van nog een Hall of Famer toen outfielder Al Kaline, die in 22 Major League-seizoenen uitkwam Detroit Tigers, op 6 april overleed op 85-jarige leeftijd.
Onlangs overleden nog eens drie andere bekende voormalige spelers.
Op zaterdag 26 september overleed outfielder Jay Johnstone, die 20 seizoenen in de Major League speelde en ook bekend was voor zijn rolletje in de komische film The Naked Gun, op 74-jarige leeftijd.
Vier dagen later, op woensdag 30 september, overleed outfielder Lou Johnson, die 40 jaar werkzaam was in de organisatie van de Los Angeles Dodgers, op 86-jarige leeftijd.
En op vrijdag 2 oktober overleed pitcher en voormalige Los Angeles Dodgers relief-grootheid en langdurige Pitching Coach van de ploeg Ron Perranoski op 84-jarige leeftijd.
Joe Leonard Morgan werd geboren op 19 september 1943 in Bonham, Texas.
Na op jonge leeftijd met zijn familie te zijn verhuisd naar Oakland (California) studeerde Morgan op Castlemont High School en Oakland City College.
Op beide scholten toonde hij zijn honkbaltalent en was hij een uitstekende speler.
Morgan zou vervolgens in 22 Major League-seizoenen spelen voor vijf clubs.
In 1963 speelde de tweede honkman voor de nieuwe club Houston Colt .45s, die een jaar eerder was opgericht en na het seizoen 1964 werd omgedoopt in Houston Astros.
Morgan speelde negen seizoenen voor Houston (1963-1971), dat in 1965 verhuisde naar het allereerste indoor-stadion, de Astrodome.
De namen Astros en Astrodome werden gekozen om de belangrijke band van de stad te onderstrepen met de (bemande) ruimtevaart, want NASA's Mission Control Center en het Manned Spacecraft Center (in 1973 hernoemd in Lyndon B. Johnson Space Center) bevinden zich in Houston.
Het Center is ook de thuisbasis van het astronautencorps van NASA.
Na negen seizoenen bij Houston speelde de infielder in acht seizoenen (1972-1979) voor Cincinnati Reds waar hij deel uitmaakte van de befaamde 'Big Red Machine' en tweemaal de World Series won.
Hierna keerde Morgan terug naar Houston (1980), waarna hij uitkwam voor San Francisco Giants (1981-1982), Philadelphia Phillies (1983) en Oakland Athletics (1984) in de laatste jaren van zijn lange loopbaan.
In november 1962 werd Morgan gecontracteerd door Houston Colt .45s, dat eerder dat jaar één van de twee nieuwe teams was in de National League, de andere was New York Mets.
Het volgende jaar maakte hij zijn professionele debuut op Single-A niveau.
Later dat seizoen, op 21 september 1963, maakte Morgan zijn debuut in de Major League op 19-jarige leeftijd en speelde toen in acht wedstrijden voor Houston.
Gelijk vanaf het begin ontwikkelde de links slaande Morgan zijn bekende en opmerkelijke slagstijl.
Als slagman had hij problemen met zijn swing, omdat hij zijn achterste elleboog te laag hield.
Hij kreeg advies van teamgenoot Nellie Fox om een soort wapperende beweging met zijn achterste arm te maken om zijn elleboog omhoog te houden.
Morgan nam het advies ter harte en gebruikte de 'flapping' in zijn gehele lange carrière en ontwikkelde zich in een sterke en effectieve slagman.
In 1964 begon Morgan het seizoen in Double-A, sloeg .323 met 160 honkslagen (12 homeruns) en stal 47 honkslagen in 140 wedstrijden.
Hij speelde dat jaar ook in tien Major League-wedstrijden voor Houston.
1965 was Morgan's eerste volle seizoen in de Major League.
Met nog altijd een rookie-status speelde Morgan in 157 wedstrijden, sloeg .271 en voerde de Major League aan met 97 keer vier wijd.
Hij scoorde 100 punten, sloeg 14 homeruns en eindigde op de tweede plaats in de stemming voor Rookie of the Year achter Jim Lefebvre (Los Angeles Dodgers).
Vanaf 1965 zou Morgan 120 of meer honkslagen slaan in zes van de zeven seizoenen als speler van Houston.
In 1966 speelde hij in zijn eerste All Star Game, daarna opnieuw in 1970.
In 1971 leidde Morgan de Major League met elf driehonkslagen.
Onder zijn teamgenoten bij Houston waren bekende spelers als Jesús Alou, Bob Aspromonte, César Cedeño, Tommy Davis, Nellie Fox, César Gerónimo, Bob Lillis, Eddie Mathews, John Mayberry, Denis Menke, Doug Rader en Rusty Staub en pitchers Jack Billingham, Jim Bouton, Mike Cuellar, Larry Dierker, Ken Forsch, Dave Giusti, Don Larsen, J.R. Richard en Robin Roberts.
Twee andere langdurige teamgenoten van Morgan bij Houston waren Bob Watson en Jim Wynn, die beiden eerder dit jaar ook overleden.
Wynn overleed op 26 maart, twee na weken na zijn 78e verjaardag.
Watson overleed op 14 mei, een maand nadat hij 74 jaar was geworden.
Hoewel Joe Morgan een solide en productieve speler was in de line-up van Houston wilde de ploeg meer power.
In november 1971 was de infielder één van de acht spelers die waren betrokken in een grote ruil met Cincinnati Reds.
Samen met Morgan gingen ook outfielder César Gerónimo, pitcher Jack Billingham, infielder Denis Menke en Minor League-outfielder Ed Armbrister naar Cincinnati, terwijl Houston eerste honkman/outfielder Lee May, tweede honkman Tommy Helms en outfielder Jimmy Stewart terugkreeg.
Het werd één van de meest veelbesproken 'trades' ooit.
Als speler van Cincinnati toonde Morgan opnieuw zijn slagkracht, zijn snelheid op de honken en zijn uitstekende verdedigende kwaliteiten.
Bij Cincinnati maakte Morgan deel uit van een zeer succesvol team dat bekend werd als 'The Big Red Machine' en de National League domineerde in 1970 tot en met 1979.
De andere basisleden van dit krachtige team waren catcher Johnny Bench, eerste honkman Tony Pérez, derde honkman Pete Rose, korte stop Dave Concepción en outfielders Ken Griffey, Sr., George Foster en César Gerónimo.
Andere reguliere spelers waren ondermeer Dan Driessen, Ed Armbrister en Bill Plummer.
In latere jaren kwamen Dave Collins en Ray Knight ook bij de ploeg.
Onder de werpers in de 'Big Red Machine' waren Jack Billingham, Pedro Borbon, Clay Carroll, Rawly Eastwick, Don Gullett, Will McEnaney, Gary Nolan en Fred Norman en eind jaren zeventig Manny Sarmiento, Tom Seaver, Mario Soto en Pat Zachry.
De Manager van het succesvolle Reds-team in 1972-1978 was Sparky Anderson.
...Joe Morgan slaat het beslissende punt binnen in... ...Game 7 van de World Series 1975... |
In deze jaren werden Bench, Concepción, Foster, Griffey, Gerónimo, Pérez, Morgan en Rose de 'Great Eight' genoemd.
Als 'Big Red Machine' won Cincinnati zes titels in de National League West Division, vier National League-titels en twee World Series.
In de tien seizoenen dat de ploeg onder deze naam bekend stond werden 953 wedstrijden gewonnen.
Naast Morgan werden ook Bench, Pérez en Manager Anderson opgenomen in de Hall of Fame.
Rose, de All-Time Leader in Honkslagen (4.256) en Gespeelde Wedstrijden (3.562), hoort ook in de Hall of Fame thuis, maar in 1989 werd hij gestraft voor het vermeende gokken op honkbalwedstrijden en kreeg hij een levenslange schorsing ('permanently ineligible list') voor honkbal.
Joe Morgan had niet alleen power, hij was ook een zeer effectieve slagman die spelers liet opschuiven en zelf regelmatig de honken bereikte.
Hij toonde zijn effectiviteit vaak in clutch-situaties.
Als speler van Cincinnati speelde Morgan in acht opeenvolgende All Star Games (1972-1979).
In 1972, zijn eerste seizoen bij Cincinnati, leidde Morgan de Major League met 122 gescoorde punten, 115 keer vier wijd en een .417 on-base percentage.
Morgan voerde de Major League wederom aan in on-base percentage in 1974, 1975 en 1976.
Morgan had zijn beste seizoenen in 1975 en 1976 tpen hij respectievelijk .327 en .320 sloeg.
In 1975 scoorde hij 107 punten, sloeg er 94 binnen, stal 67 honken en kwam tot 163 honkslagen met 17 homeruns.
Het volgende seizoen scoorde Morgan 113 punten, sloeg er 111 binnen, stal 60 honken en liet 151 honkslagen noteren, waaronder 27 homeruns.
In beide seizoenen werd Morgan gekozen tot Meest Waardevolle Speler van de National League en werd daarmee de eerste tweede honkman die twee jaar op rij de prijs won voor NL MVP.
Ook in 1975 en 1976 won Morgan de World Series met Cincinnati.
In 1975 versloeg de ploeg Boston Red Sox, het jaar daarna New York Yankees.
In de World Series 1975 was het Joe Morgan, die Ken Griffey binnensloeg en daarmee zorgde voor wat het winnende punt zou zijn in Game 7 tegen Boston Red Sox.
...Joe Morgan's... ...Hall of Fame Plaquette... |
Zoals gezegd was Morgan een uitstekende verdedigende speler.
Hij won de Gold Glove Award in vjf opeenvolgende seizoenen (1973-1977).
Na het seizoen 1979 werd Morgan Free Agent.
Hij keerde daarna terug naar Houston, waar hij in januari 1980 tekende.
In dat jaar hielp hij mee aan een succesvol seizoen van Houston, dat de titel pakte in de National League West Division.
In het seizoen leidde Morgan de National League met 93 vrije lopen.
Onder zijn teamgenoten in het Kampioensseizoen hij Houston waren Bruce Bochy, Enos Cabell, César Cedeño, José Cruz, Art Howe, Jeffrey Leonard, Terry Puhl, Luis Pujols en Craig Reynolds en pitchers Joaquín Andújar, Ken Forsch, Joe Niekro, J.R. Richard, Vern Ruhle en Nolan Ryan.
Morgan werd 'released' in december 1980, waarna hij werd gecontracteerd door San Francisco Giants in februari 1981.
Morgan speelde twee seizoenen voor San Francisco (1981-1982) en sloeg respectievelijk .240 en .289.
Bij San Francisco speelde Morgan opnieuw samen met Enos Cabell en Jeffrey Leonard, maar ook met Vida Blue, Jack Clark, Darrell Evans, Duane Kuiper en Johnnie LeMaster.
In december 1982 ruilde San Francisco Morgan samen met pitcher Al Holland naar Philadelphia Phillies voor drie spelers.
In het seizoen 1983 speelde Morgan voor Philadelphia waar hij werd herenigd met Pete Rose en Tony Pérez, zijn voormalige teamgenoten bij Cincinnati.
Andere spelers van Philadelphia dat jaar waren ondermeer Steve Carlton, Von Hayes, Garry Maddox, Gary Matthews, Tug McGraw en Mike Schmidt.
Met Philadelphia speelde Morgan wederopm in een World Series, maar dit keer verloor zijn ploeg van Baltimore Orioles.
Na in oktober 1983 te zijn 'released' door Philadelphia werd hij gecontracteerd door Oakland Athletics voor wie hij daarna speelde in 1984.
Onder zijn teamgenoten toen waren Rickey Henderson, Dave Kingman, Carney Lansford, Davey Lopes en Tony Phillips.
Bij Oakland speelde Morgan in 116 wedstrijden en sloeg .244, waarna hij na het seizoen op 40-jarige leeftijd afscheid nam als actief speler.
in zijn 22 Major League-seizoenen speelde Joe Morgan in 2.649 wedstrijden.
De infielder liet 2.517 honkslagen noteren, waaronder 449 doubles, 96 triples en 268 homeruns.
Morgan scoorde 1.650 punten en sloeg er 1.133 binnen.
Hij stal 689 honken en kreeg 1.865 keer vier wijd.
Verdedigend maakte Morgan slechts 244 fouten in 12.953 kansen in 2.527 wedstrijden als tweede honkman.
Morgan is de all-time leader onder tweede honkmensen met Gestolen Honken (678) en Gescoorde Punten (1.625).
...Bekendmaking Cincinnati Reds 'Franchise Four' tijdens... ...All Star Game op 15 juli 2015... |
Nadat hij was gestopt was Joe Morgan vele jaren commentator en analist.
Morgan maakte zijn commentaar-debuut in 1985 toen hij verslag deed van op televisie uitgezonden westrijden van Cincinnati Reds.
Hierna was hij negen jaar (1986-1994) commentator voor San Francisco Giants en daarna vervulde hij dezelfde positie ook nog één jaar bij Oakland Athletics.
In 1986 werkte hij voor ESPN, waarna hij commentator was voor ABC Sports in 1988-1989 voor Monday Night Baseball en Thursday Night Baseball.
In 1989 was Morgan de field reporter voor ABC tijdens de World Series 1989 tussen San Francisco Giants en Oakland Athletics.
Hij stond op het veld in Candlestick Park in San Francisco klaar voor een interview toen de regio, vlak voor het begin van Game 3, werd getroffen door een zware aardbeving, wat rechtstreeks te zien was op televisie.
In 1994-2000 maakte Morgan deel uit van het 'broadcast team' van NBC Sports en deed toen ondermeer verslag van verschillende World Series, All Star Games en Play-Off Series.
Sinds 1990 was Morgan ook commentator voor zowel televisie als radio voor ESPN.
Nadat Morgan in april 2010 'Special Adviser for Baseball Operations' was geworden bij Cincinnati Reds werd in november bekend gemaakt dat hij in 2011 niet zou terugkeren als commentator.
Na afloop van zijn indrukwekkende loopbaan werd Morgan in 1987 opgenomen in de Cincinnati Reds Hall of Fame.
Zijn rugnummer 8 werd 'retired' door Cincinnati Reds in 1998, volgens velen had dat al veel eerder moeten gebeuren.
In 2013 werd een beeld van Morgan onthuld bij Great American Ball Park, het thuis-stadion van Cincinnati.
In 1990, het eerste jaar waarin hij verkiesbaar was, werd Joe Morgan gekozen in de National Baseball Hall of Fame.
In 1999 werd hij gekozen in het Major League Baseball All-Century Team.
Op 15 juli 2015 werd de jaarlijkse All Star Game gespeeld in Cincinnati's Great American Ball Park.
Voor aanvang van de wedstrijd eerde de club de 'Franchise Four', de vier beste spelers uit de club-historie, namelijk Johnny Bench, Barry Larkin en Pete Rose.
Joe Morgan was bestuurslid van het Baseball Assistance Team (BAT), dat oud-spelers (Major League, Minor League, voormalige Negro League) helpt die financiële problemen hebben of medische hulp nodig hebben.
Hij was ook bestuurslid van de Jackie Robinson Foundation.
Morgan was tevens vele jaren lid van de Board of Directors van de National Baseball Hall of Fame and Museum.
Hij maakte sinds 1994 deel uit van deze Board en was 2000 tot aan zijn overlijden vice-voorzitter.
...In Memoriam Joe Morgan door Major League Baseball... |
Bob Castellini, de CEO van Cincinnati Reds, stelde:
,,De Reds-familie is hier kapot van.
Joe was een reus in onze sport en werd aanbeden door de fans in deze stad.
Hij had een levenslange loyaliteit en toewijding aan deze organisatie die zich uitstrekte tot ons huidige team en onze front office-medewerkers.
Als een hoeksteen van één van de beste teams in de honkbalgeschiedenis, zullen zijn bijdragen aan deze franchise voor altijd blijven doorleven.
Onze harten doen pijn voor zijn Big Red Machine-teamgenoten''.
Voormalig catcher Johnny Bench, Morgan's teamgenoot bij Cincinnati Reds, zei:
,,Joe was niet alleen de beste tweede honkman in de honkbalgeschiedenis, hij was de beste speler die ik ooit heb gezien en één van de beste mensen die ik ooit heb gekend.
Hij was een toegewijde vader en echtgenoot en er zal geen dag voorbijgaan dat ik niet zal nadenken over zijn wijsheid en vriendschap.
Hij heeft de wereld in een betere, eerlijkere en gelijkwaardiger plek achtergelaten dan hij haar aantrof, en heeft miljoenen mensen geïnspireerd''.
Rob Manfred, Commissioner van Major League Baseball, reageerde als volgt:
,,Major League Baseball is diep bedroefd door de dood van Joe Morgan, één van de beste 'five-tool players' die onze sport ooit heeft gekend en een symbool was van algehele uitmuntendheid.
Joe herinnerde honkbalfans er vaak aan dat de speler met het kleinste postuur op het veld de meeste impact zou kunnen hebben.
Op een Big Red Machine-roster vol met grootheden verdiende Joe de National League MVP-onderscheidingen tijdens beide seizoenen van Cincinnati's World Series Championships in 1975 en 1976.
Joe was een goede vriend en adviseur voor mij, en ik verwelkomde zijn kijk op talloze problemen in de afgelopen jaren.
Hij was een echte gentleman die gaf om onze sport en de waarden waarvoor het staat.
Degenen die hem kenden, of het nu als Sunday Night Baseball-verslaggever was, een bestuurslid van de Hall of Fame of gewoon als één van de legendes van ons National Pastime, zijn er beter van geworden.
Namens Major League Baseball betuig ik mijn diepste medeleven aan Joe's vrouw Theresa, zijn familie, zijn vele vrienden in onze sport, de fans van Cincinnati en overal waar zijn 22-jarige carrière hem bracht, en iedereen die misschien wel de beste tweede honkman die ooit heeft geleefd bewonderde''.
Jane Forbes Clark, Voorzitter van de National Baseball Hall of Fame and Museum, zei:
,,Joe Morgan heeft een unieke en krachtige invloed gehad op de Hall of Fame, niet alleen als lid, maar ook als vice-voorzitter van de Raad van Bestuur.
Tijdens zijn carrière was hij buitengewoon toegewijd om de absolute beste in zijn vak te worden, door zijn natuurlijke en ontwikkelde vaardigheden te combineren met een model-toewijding bij het nastreven van zijn droom om een Major League-speler te worden.
Onderweg inspireerde hij, motiveerde hij en beïnvloedde hij het succes van de mensen om hem heen.
We zullen Joe's leiderschap op het veld en daarbuiten altijd dankbaar zijn.
We sturen onze gebeden en condoleances aan Theresa en de familie Morgan''.
De webmaster van Grand Slam * Stats & News condoleert de familie van Joe Morgan en wenst hen veel sterkte met dit grote verlies.
(13 oktober)
|